Arm en Kansrijk (Esther Duflo, Abhijit Vinayak, 2011) heet
het boek dat ik op aanraden van Janneke las tijdens de donkere avonden in Gulu
en in de bus er naar toe en vandaan las. Een vertaling van Poor Economics dat
volgens veel recensies één van de meest opzienbarende boeken over
armoedebestrijding is van de laatste jaren.
Ik vond het inderdaad een heel boeiend en leerzaam boek.
Hoofdboodschap: Arme mensen zijn gewoon mensen. Net als wij, de westerse
middenklasse, maken zij niet alleen op rationele afwegingen gebaseerde keuzes
maar ook in onze ogen ‘onlogische’ of zelfs domme keuzes als status of korte
termijn denken boven lange termijn denken een rol spelen. Net als andere mensen
doen ze er alles aan om hun situatie te
verbeteren, maar wel als de kans daarop ook reëel aanwezig is. En net
als wij hebben ze informatie en een betrouwbare overheid (= veiligheid en zicht
op continuïteit) nodig om optimaal te kunnen functioneren.
Armen over de hele wereld laten, volgens het boek, ook een
ongekend talent zien op het gebied van ondernemerschap. De vele succesverhalen
over micro-kredieten zijn daarvan wel
een bewijs. Maar dat is niet voldoende om grote groepen structureel uit de
armoede te halen en te houden. Daarvoor moet een land, een samenleving een
aantal ingrijpende keuzes maken en sociaal economische omstandigheden creëren
die armen ondersteunen, stimuleren en beschermen. Schoon water uit de kraan, bescherming van
arbeid- en bezitsrechten, betaalbare verzekeringen en goede scholen en
gezondheidszorg, voor de meesten van ons redelijk vanzelfsprekende zaken, zijn
essentieel om de armen uit de ‘armoede val’ te helpen bevrijden.
Armen zijn geen losers en ze zijn niet dommer of naïever dan
mensen die wel geld hebben. Armoede is vaak het gevolg van omstandigheden; een
slechte start in het leven, oorlog, rampen, een zwakke staat of gewoon pech.
Het zijn het gebrek aan goede gezondheidsvoorzieningen, mogelijkheden voor het
lenen en sparen van geld, een onbetrouwbare overheid en het gebrek aan kennis
en informatie die mensen arm houdt.
Het boek pleit, op basis van heel veel onderzoek, voor
praktische en op de lokale situatie toegesneden oplossingen en neemt daarin
geen positie waar het gaat over de discussie of hulp nu wel of niet goed is.
Goede hulp is goed en slechte hulp is dat niet of erger. Om te weten of hulp
goed is moet je onderzoek doen naar wat de omstandigheden, behoeften en
mogelijkheden van de doelgroep en wat de werkelijke effecten van de hulp zijn.
In het boek staan een aantal zeer illustratieve en inspirerende voorbeelden van
projecten en onderzoeken die in verschillende landen zijn uitgevoerd. Zo blijkt
uit onderzoek dat een eenvoudige verplichte drie maandelijkse ontwormingskuur
voor schoolkinderen in Kenia uiteindelijk niet alleen gezondere maar ook meer
productieve volwassenen en dus economische groei oplevert. Klinkt logisch maar,
het was nog niet eerder onderzocht op zijn economische effecten. Soortgelijke
resultaten zijn er voor het chloreren van water en toevoegen van vitaminen aan
peutervoeding. Relatief kleine ingrepen met grote gevolgen. Maar niets heeft zo’n positieve invloed op de
positie van armen als een overheid die daadwerkelijk in hen investeert en zorgt
voor goede scholen, goede gezondheidvoorzieningen en arbeidvoorwaarden en
daarmee zekerheid en stabiliteit zodat het de moeite loont om in je zelf te
investeren. De beste investering die je kunt doen.
(link naar de website Poor Economics )
Geen opmerkingen:
Een reactie posten