donderdag, juli 29

PIJN

Twee weken verder. Lekker uitgerust en erg genoten van de weelde en het comfort van het Nederlandse leven. Ook al weer aardig in mijn werkritme alhoewel er op een bijna uitgestorven kantoor (iedereen is met vakantie) weinig inspiratie te halen is en er verder ook niet veel gebeurd in Amsterdam. De stad lijkt te zijn overgenomen door toeristen en een paar mensen die om wat voor reden dan ook niet op een camping in Frankrijk of een tropisch strand aan de andere kant van de wereld liggen.

De mensen die ik tegen kom vragen me hoe het is geweest. Hoe het project ging, hoe ik het heb ervaren en hoe het nu verder gaat. En telkens als ik er weer over praat voel ik me daarna een tijdje niet goed. Pijn, dat is wat ik voel Pijn om de verhalen van de kinderen die nog steeds in mijn hoofd rondspoken. Over de prostitutie om te overleven, de mishandelingen door ouders, familie, politie. De beelden die ik heb bij het leven op straat in Moshi of Arusha. Echt niet zulke fijne plekken om een nacht op straat door te brengen. Laat staan dat je er permanent moet zien te overleven. Pijn omdat ik na een maand intensief met deze kinderen te hebben gewerkt en met een aantal van hen een persoonlijke band heb opgebouwd ze weer achter moet laten. Ik weet dat ze bij Mkombozi in goede handen zijn, maar toch voelt het alsof ik ze in de steek laat. Pijn omdat ik hier in Nederland iedereen (op straat, in het nieuws, om me heen) eigenlijk voortdurend hoor praten, als het niet klagen is, over futiliteiten. Over materiële zaken. die er in het licht van hoe die kinderen in Tanzania moeten leven helemaal niet toe doen. Aan dat laatste doe ik trouwens zelf ook gewoon mee hoor, dus zie het niet als verwijt aan ‘de maatschappij’ zo leven we nu eenmaal in dit stukje materieel paradijs op aarde.

Pijn vooral omdat ik me onmachtig voel. Onmacht want ik ga, wat ik ook doe, het leven van deze kinderen niet beter maken. Misschien heb ik een beetje kunnen bijdragen met mijn inzet voor het Amka project. Misschien kan ik een aantal in de toekomst nog een beetje helpen, maar overall ben ik als individu volkomen onmachtig om echt een verschil te maken. Althans zo voelt het nu en dat doet verdomde pijn.

vrijdag, juli 16

Cultuur Shock

Een paar dagen terug in Nederland. In (cultuur)shock moet ik zeggen. Ik kwam doodmoe en met een flinke verkoudheid terug dus alles komt dubbel binnen maar ik vind het ook echt wennen aan Nederland. Niet meer de uitgebreide dagelijkse groeten van de mensen met wie je werkt of die je tegenkomt op straat. Niet meer de gezelligheid van het samen eten, samen werken, samen zijn, van een project en van Afrika. Niet meer de blikken van verstandhouding de grapjes op straat en de verbondenheid die je in Tanzania of Kenia altijd voelt met anderen met mensen op je heen, of je ze nu kent of niet. In Amsterdam is het business as usual. Iedereen doet zijn ding en alles is geregeld. Niemand doet teveel moeite om aardig te zijn, contact te maken of je te leren kennen. Het is een soort ultiem gevoel van eenzaamheid in de massa. Het zijn de afkickverschijnselen van het leven in een intensief project plus het leven in Afrika. Zo anders dan hier, zoveel meer gaat het daar om een deel zijn van een groep in plaats van je eigen ding doen. Beide leefstijlen, culturen hebben na- en voordelen, dat begrijp ik heus wel, maar het is dit keer echt wennen aan het Nederlandse individualisme.

Ik zou niet in Oost Afrika willen leven. Ik denk dat ik het niet zou overleven eerlijk gezegd. Maar een beetje van de mentaliteit, van de manier van omgaan met elkaar van de warmte van de groep zou ik graag naar mijn leven in Nederland willen importeren.

Mijn gedachten zijn bij de kinderen waar we mee hebben gewerkt. Een aantal van hen zit hardnekkig in mijn (dag)dromen en gedachten. Toen ik gisteren de foto’s van vier weken werken doorkeek kreeg ik het er ook even moeilijk mee. Ik heb mijn hart aan deze kinderen verbonden. Hoe sentimenteel dat ook mag klinken, Ik meen het! Ik had ze het liefst allemaal meegenomen naar Amsterdam, nou ja in ieder geval een paar. Vooral diegenen die nu weer een weg moeten vinden op straat. Freddy, Jafari, Jackson, Robert. Wat gaat er van hun worden? Ik weet dat Mkombozi ze uitstekend begeleidt. Maar toch. Ook zij moeten nu in een soort ‘gat’ vallen. Zien te overleven in een nieuwe werkelijkheid, weg van de warmte en de gezelligheid van het Amka project.

Annemiek heeft het plan opgevat om voor de jongens die nu nog op straat (over)leven een fonds op te zetten. Zodat, als ze dat zouden willen en kunnen, er geld is voor een opleiding, cursus of extra begeleiding. Voor een aantal jongens heeft Mkombozi fondsen voor een minimale schoolopleiding, maar voor de oudere jongens, zoals Jafari, is dat niet geschikt. Met die financiële steun zouden ze hun middelbare school kunnen inhalen, een vakopleiding doen of een cursus volgen die hun kansen op werk en op een zelfstandig bestaan kan vergroten. Ik hoop dat het gaat lukken!

Ik hoop dat mijn volgende trip naar Moshi niet te lang op zich laat wachten. Dat ik in het vroege voorjaar naar Tanzania kan vliegen om er de DVD met de documentaire van het project af leveren en hopelijk nog meer goed nieuws kan komen brengen. We zullen het zien. Eerst maar eens proberen om er hier wat leuks van te maken.

zaterdag, juli 10

Cre8 On Tour, Dar es Salaam, Bagamoyo, Nakuru, Kisumu en Nairobi.

Het is zaterdag. Bijna het einde van ons EEX AMKA project in Oost Africa. Afgelopen maandag vertrokken we met de groep van 12, een aantal medewerkers van yaden en onszelf vanuit Moshi naar Nakuru. Een heel lange en stoffige weg over deels hobbelige noodwegen omdat de weg tussen Arusha en de Keniaanse grens opnieuw wordt geasfalteerd en je daar nog niet kunt rijden. We kwamen na 14 uur rijden in Nakuru aan in een soort jeugdherberg en werden er verwelkomt met een heerlijke maaltijd en schone kamers en bedden.

De voorstelling met de 50 kids in Bagamoyo was zaterdag hectisch, maar een groot success. Niet alleen ging het heel goed maar ook was er een enorme opkomst van kinderen, jongeren en collega organisaties uit Bagamoyo en Dar es Salaam. In totaal waren er zo’n 4500 mensen in het pubiek. De donderdag er voor zijn we op en neer gegaan naar Dar es Salaam en hebben daar uitgewisseld met een groep kinderen van een HIV / AIDS preventie programma en opgetreden in een sloppenwijk. Dat was een heel drukke en vermoeiende dag. De terugreis duurde bijna vier uur omdat het verkeer in Dar volledig vastzat. Op vrijdag hebben we, naast de repetitie, een dag heerlijk in zee gezwommen en door Bagamoyo gewandeld en het museum bezocht (oud slaven fort).

Met de groep van 12 reizen leek een stuk relaxter te gaan worden, maar helaas, niets was minder waar. In Nakuru werden we dinsdag na het ontbijt voorgesteld aan de gastorganisaties. Een organisatie voor straat kinderen, een groep jonge kinderen uit een weeshuis en een groep jonge theatermakers (TEARS), na de kennismaking volgden een gezamenlijke lunch en daarna werkten onze jongeren met kleine groepjes kinderen aan een korte presentatie. Vervolgens op weg naar een buitenwijk van Nakuru waar het décor werd opgezet en de voorstelling werd opgevoerd voor een publiek van meer dan 1000 schoolkinderen en buurtbewoners. Doodop aan het diner en naar bed en de volgende dag meteen in de bus naar Kisumu. Daar volgde min of meer een zelfde programma maar nu met een (soms felle) discussie tussen een groep straatjongens en vertegenwoordigers van NGO’s en overheidorganisaties die zich met jeugdzorg bezighouden. Duidelijk was dat de jongeren een, in mijn ogen, heel wat realistischer kijk hebben op wat er moet gebeuren dan de officiele organisaties. Een van de overheidorganisaties kwam als mogelijke oplossing met de lumineuze opmerking dat men alle straatkinderen gewoon onder dwang naar huis moeten laten terugkeren. Dat veroorzaakte veel hoongelach en een van de jongeren uit Kisumu verzocht op respectvolle maar duidelijke manier deze mijnheer om zijn mond verder te houden en eens te luisteren naar de jongeren zelf voordat hij met dit soort onwerkbare ‘ oplossingen’ komt. 'Thuis' is nu juist de plek waar voor deze jongeren de problemen zijn gestart en dus vaak is het geen optie om er naar terug te keren.

We zijn nu in Nairobi in het Liberty Center waar zojuist het KidzSafari Festival is begonnen. Hier komen een aantal kinder- en jeugdgroepen uit Nairobi en andere plaatsen optreden en nemen deel aan workshops. Het zou allemaal om 10 uur vanochtend beginnen maar pas om een uur of half twaalf werd het een beetje actief hier allemaal. Dat is wel tekenend voor hoe zaken hier gaan. Vaak veel te laat bij de opstart, maar als het eenmaal loopt dan loopt het ook. Kenianen zijn daarin nu eenmaal anders dan Nederlanders en dat geld ook voor hoe ze zaken voorbereiden, communiceren en hoe wordt samengewerkt. Dat is de afgelopen weken voor de Nederlanders (en omgekeerd de Kenianen en Tanzanianen) wennen geweest. Cultuurschock soms . Niet altijd makkelijk, soms zelfs heel frustrerend. Maar het resultaat mag er zijn. 8 prachtige voorstellingen in 7 Oost Afrikaanse steden met, in totaal, meer dan 12.000 mensen die er naar kwamen kijken. Uitwisselingen met diverse groepen en een lange, stoffige, maar zeer inspirerende reis voor de 12 kinderen uit Moshi.

Vandaag de laatste voorstelling dus, morgen nog een dagje winkelen en uitrusten en naar de finale Nederland – Spanje kijken met zijn allen. Maandag naar huis samen met de kudde uit Zuid Afrika landen we dan in de middag op een oranje uitgedost Schiphol.

En dan 24 uur slapen als het kan............