Een paar dagen terug in Nederland. In (cultuur)shock moet ik zeggen. Ik kwam doodmoe en met een flinke verkoudheid terug dus alles komt dubbel binnen maar ik vind het ook echt wennen aan Nederland. Niet meer de uitgebreide dagelijkse groeten van de mensen met wie je werkt of die je tegenkomt op straat. Niet meer de gezelligheid van het samen eten, samen werken, samen zijn, van een project en van Afrika. Niet meer de blikken van verstandhouding de grapjes op straat en de verbondenheid die je in Tanzania of Kenia altijd voelt met anderen met mensen op je heen, of je ze nu kent of niet. In Amsterdam is het business as usual. Iedereen doet zijn ding en alles is geregeld. Niemand doet teveel moeite om aardig te zijn, contact te maken of je te leren kennen. Het is een soort ultiem gevoel van eenzaamheid in de massa. Het zijn de afkickverschijnselen van het leven in een intensief project plus het leven in Afrika. Zo anders dan hier, zoveel meer gaat het daar om een deel zijn van een groep in plaats van je eigen ding doen. Beide leefstijlen, culturen hebben na- en voordelen, dat begrijp ik heus wel, maar het is dit keer echt wennen aan het Nederlandse individualisme.
Ik zou niet in Oost Afrika willen leven. Ik denk dat ik het niet zou overleven eerlijk gezegd. Maar een beetje van de mentaliteit, van de manier van omgaan met elkaar van de warmte van de groep zou ik graag naar mijn leven in Nederland willen importeren.
Mijn gedachten zijn bij de kinderen waar we mee hebben gewerkt. Een aantal van hen zit hardnekkig in mijn (dag)dromen en gedachten. Toen ik gisteren de foto’s van vier weken werken doorkeek kreeg ik het er ook even moeilijk mee. Ik heb mijn hart aan deze kinderen verbonden. Hoe sentimenteel dat ook mag klinken, Ik meen het! Ik had ze het liefst allemaal meegenomen naar Amsterdam, nou ja in ieder geval een paar. Vooral diegenen die nu weer een weg moeten vinden op straat. Freddy, Jafari, Jackson, Robert. Wat gaat er van hun worden? Ik weet dat Mkombozi ze uitstekend begeleidt. Maar toch. Ook zij moeten nu in een soort ‘gat’ vallen. Zien te overleven in een nieuwe werkelijkheid, weg van de warmte en de gezelligheid van het Amka project.
Annemiek heeft het plan opgevat om voor de jongens die nu nog op straat (over)leven een fonds op te zetten. Zodat, als ze dat zouden willen en kunnen, er geld is voor een opleiding, cursus of extra begeleiding. Voor een aantal jongens heeft Mkombozi fondsen voor een minimale schoolopleiding, maar voor de oudere jongens, zoals Jafari, is dat niet geschikt. Met die financiële steun zouden ze hun middelbare school kunnen inhalen, een vakopleiding doen of een cursus volgen die hun kansen op werk en op een zelfstandig bestaan kan vergroten. Ik hoop dat het gaat lukken!
Ik hoop dat mijn volgende trip naar Moshi niet te lang op zich laat wachten. Dat ik in het vroege voorjaar naar Tanzania kan vliegen om er de DVD met de documentaire van het project af leveren en hopelijk nog meer goed nieuws kan komen brengen. We zullen het zien. Eerst maar eens proberen om er hier wat leuks van te maken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten