zaterdag, augustus 27

Pffffffffff

Tsjonge jonge, eindelijk een dagje rust. Na de reis naar Mkombozi in Moshi en een nog langere reis van drie dagen via Nairobi en Kisumu naar Gulu ben ik hard toe aan een dagje niks. De eerste week van ons project in Gulu stond in het teken van een training voor de groepsleiders van de zes deelnemende groepen en de overige docenten. Chrissie en Steve uit Londen waren overgekomen om 5 dagen met dit team aan de slag te gaan. Op een heel praktische manier leren over participatieve kunst, community art of hoe je het ook wil noemen. Chrissie is een internationaal erkend expert op dit gebied en leidt in Londen een post graduate master opleiding voor kunstenaars en Steve, haar man is docent regisseur en werkt in Londen veel met immigranten. Met z’n tweeën hebben ze in de afgelopen jaren over de wereld verschillende groepen getraind in participatief theater. Onder andere in voormalig Joegoslavië (na de oorlogen in Servié en Kosovo) en in Japan. Ik denk dat ze ondanks hun ervaring wel even moesten wennen aan de Afrikaanse manier van doen.

Het moet zeker wennen zijn geweest om met onze wel heel gevarieerde groep trainees aan de slag te gaan. Van een piepjonge breakdance docent tot een groepsleider uit een boerengemeenschap en van een expert op het gebied van Acholi traditionele dans tot twee studenten van de plaatselijke lerarenopleiding. Maar, doordat hun training vooral bestond uit samen dingen doen en ze in staat bleken om heel snel hun programma aan te passen aan de groep en de omstandigheden, ging de training helemaal gesmeerd. Het was ook goed dat onze 56 deelnemers aanwezig waren en we met de trainees meteen in de praktijk aan de slag konden. Chrissie en Steve vonden het ook zichtbaar heel fijn om met de kinderen te zijn en te werken.

En heerlijke kinderen zijn het , nou ja jongeren dan. Wat een energie, levenslust en plezier stralen ze uit. Eigenlijk is dat heel anders dan je zou verwachten als je hun levensgeschiedenissen kent. Sommigen van hen zijn tijdens de oorlog ontvoert door de rebellen, velen zijn familie leden kwijtgeraakt, vaak ouders, boers en zussen. De meeste kinderen hebben veel jaren school gemist en kunnen nu vaak niet verder met hun opleiding omdat er thuis geen geld voor is. Maar wat een talent en doorzettingsvermogen, discipline en creativiteit hebben een aantal van hen. Als ik heel veel geld had zou ik ze allemaal willen sponsoren, maar helaas, dat gaat niet.

Maar neem nou een Morris, 17 jaar oud, spreekt heel goed Engels en is overal te vinden tijdens het project, Hij staat vooraan bij de dansrepetities, doet mee als muzikant, acrobaat, het schilderen van het decor etc. Altijd in voor een geintje en altijd met een brede lag op zijn gezicht. Toen hij vijf was werd hij, samen met een oom, ontvoert door de rebellen van het Verzetsleger van de Heer. Dankzij het feit dat hij kon zwemmen (!) kon hij, met behulp van zijn oom tijdens de tocht naar de kampementen van de rebellen ontsnappen bij het oversteken van een rivier. Hij verschool zich in de bosjes en werd gevonden door een plaatselijke boeren. Die brachten hem naar het vluchtelingenkamp in Gulu, waar hij bleef tot het eind van de oorlog. Na de oorlog bleken zijn ouders vermoord en ging hij bij een tante wonen. Die was echter ziek en kon niet voor de jongen zorgen. Hij zocht vervolgens zijn heil bij vrienden in Gulu en houdt zich zelf in leven met kleine baantjes en handeltjes. Toen ik hem vroeg wat hij van dit project vond zei hij dat hij er veel nieuwe dingen van leerde, zijn talent voor dansen had ontdekt, nieuwe vrienden had opgedaan en er gewoon heel veel plezier aan beleefd. Hij hoopte er een certificaat aan over te houden en misschien op die manier wat makkelijker aan werk te komen. Nou dat certificaat zal hij krijgen en nog een hele week project ook. Maar of het daadwerkelijk gaat zorgen dat deze jongen iets van zijn leven kan gaan maken weet ik niet. Ik hoop het van harte en weet dat dit is wat we kunnen doen…… meer niet.

Geen opmerkingen: