maandag, augustus 29

Oorlog

Vandaag hebben Gregory en ik weer een aantal mensen geïnterviewd voor de film over het project in Gulu. Één van de interviews was met Michael, de groepsleider van het Amuru Youth Association team. Amuru is een sub –district van Gulu en ligt ongeveer 30 kilometer van de stad, tegen een nationaal wildpark aan.

Michael was één van de trainees uit de groep die door Chrissie, Steve, Sami en mij werden getraind en het was me in de eerste twee dagen opgevallen dat hij niet vaak deelnam aan de gesprekken, die in het Engels waren. Hij bleek zich echter heel goed uit te drukken in het Acholi en zei dan vaak indrukwekkende dingen. Het belang van samenwerken, de ’income generating activities’ die hij had opgezet in zijn dorp, het belang van zelfexpressie voor jonge mensen etc…. hij had er indrukwekkende zaken over te zeggen. Hij deed verder heel enthousiast mee met alle activiteiten in het project en hoewel hij geen geweldig danser is, was hij vaak in de workshops van Dina en mij te vinden.

Vandaag vertelde hij ons het ontroerende verhaal van zijn persoonlijke ervaringen met de oorlog in Noord Oeganda. In eerste instantie zei hij er weinig over in het interview. Iets in de trend van ‘ja, die oorlog heeft mijn leven heel erg beïnvloed’, maar toen er nog eens naar werd gevraagd vertelde hij ons het volgende;

Toen de burgeroorlog in alle hevigheid uitbarstte en hij en zijn familie geen kant meer opkonden werd hij door een groep rebellen ontvoert. Hij was getuige van de meest weerzinwekkende gebeurtenissen (daarover weidde hij verder niet uit) maar wist na een paar maanden te ontsnappen. Hij probeerde zijn schoolcarrière weer op te pakken maar na een paar maanden werd hij door weer een ander groep rebellen gepakt en een jaar lang werd hij gedwongen om met hen mee te vechten. Michael keek heel ernstig toen hij dat vertelde en benadrukte dat hij getuige was geweest van de meest verschrikkelijke zaken. Hij vertelde niet wat, maar wij weten dat in de oorlog door de rebellen bijvoorbeeld de handen van mensen die hadden gestemd werden afgehakt. Lippen en oren werden afgesneden van mensen die een ‘grote mond’ hadden of niet luisterden en veel kinderen werden gedwongen om hun eigen ouders, familieleden en vrienden te vermoorden om zelf aan een zekere dood te ontsnappen. Hij zal er zeker zijn deel van hebben meegemaakt en wellicht ook zelf gedwongen zijn geweest dingen te doen waar hij liever niet aan terugdenkt.

Maar ook dit keer wist Michael na een jaar te ontsnappen. Toen hij de veiligheid van het vluchtelingenkamp bereikte kreeg hij het nieuws dat al zijn familieleden op een paar kinderen na, waren vermoord door de rebellen. Het had voor hem geen zin meer om terug te gaan naar school en om in zijn onderhoud te voorzien besloot hij zich aan te melden voor het Oegandese leger en naar Irak te gaan om mee te vechten met het geallieerde leger daar. Toen hij dat vertelde keek hij heel leeg uit zijn ogen alsof zijn herinneringen hem terugbrachten naar een verschrikkelijke plek. Ik had ondertussen de tranen in mijn ogen en wist even niks meer te zeggen of te vragen. Michael vertelde vervolgens dat hij, eenmaal terug uit de Irak oorlog, besloot om in zijn gemeenschap, in de wankele nieuwe vrede, een groep op te zetten om zijn mensen te helpen het leven weer op te pakken; Amuru Youth Association. En hij vertelde met veel nadruk hoe belangrijk deelname aan het Cre8 project voor hem was omdat het mensen samen brengt, de jeugd een stem geeft en iets achterlaat waar alle deelnemers mee verder kunnen.
Een zeer zeldzaam interview met Joseph Kony, de leider van de Lord's Resistance Army, de aanstichter van de oorlog in Noord Oeganda en degenen die Michael tot twee keer toe ontvoerde

Geen opmerkingen: