woensdag, januari 19

Belasting

Kenianen betalen zo´n dertig procent inkomsten belasting en zestien procent BTW (VAT). Niet veel minder dan wij in Nederland betalen. Met een middenklasse en een rijke toplaag van zo´n 40 procent die de belasting betaald moet er dus behoorlijk wat geld binnenkomen. Om maar niet te spreken van het vele geld dat het land binnenkomt door middel van NGO´s en subsidies uit het rijke westen. Toch merkt de gemiddelde Keniaan er bitter weinig van. Lager (primary) onderwijs is officieel gratis, maar de klassen zijn overvol, vaak vragen de leraren een ´vrijwillige´ bijdrage van de leerlingen en wanneer er klassen moeten worden bijgebouwd dan vraagt de school ook een bijdrage van de ouders omdat de overheid niet te hulp komt. Alleen in de wijken waar de rijken wonen zijn de wegen geasfalteerd, dat betalen ze zelf. Op ander plaatsten moet je over stenen en gaten en door plassen en rotzooi je weg zien te vinden. Electriciteit, water, vuilnis ophaal dienst en andere nutsbedrijven zijn officieel geprivatiseerd of op weg naar verzelfstandiging maar leiden nog steeds onder het feit dat ze jarenlang zijn verwaarloost. Black outs, geen stromend water in huis, bergen rottend afval voor de deur. Het is hier allemaal onderdeel van het dagelijks leven.

De gezondheidszorg is een andere belangrijke voorziening waar het falen van de overheid duidelijk te zien is. Twee mensen in één bed. Één zuster voor 30 patiënten en een gebrek aan zelfs de meest elementaire voorzieningen is hier gebruikelijk in bijna elk ziekenhuis, de privé klinieken uitgezonderd, maar die zijn onbetaalbaar.

Veel Keninanen vragen zich dan ook af waar al dat belastinggeld blijft. Een antwoord is snel gevonden volgens velen. De eerste beslissing die de regering Kibaki nam na zijn aantreden was het verhogen van de salarissen van regeringsleden en parlementsleden en hoge ambteneren met meer dan 100%. Daarnaast kregen de dames en heren een dure ´fourwheeldrive´ cadeau van zichzelf. Kortom een goed voorbeeld was het niet en zeker niet toen bleek dat ze een heleboel beloften die ze hadden gemaakt tijdens de verkiezingen niet of onvoldoende nakwamen. Er is nog steeds geen nieuwe grondwet, geen basis ziekenverzekering, het onderwijs is nog steeds niet echt gratis de gezondheid van de bevolking is slecht. Gemiddelde levensverwachting 43, kindersterfte 14%.

En dan natuurlijk de corruptie en de volsterkte ineffiënte manier waarop het land wordt bestuurd. Heel veel bureaucratie en elk van de ambtenaren moet zijn graantje meepikken van de geldstroom. Aan het eind blijft er voor ht echte werk vaak veel te weinig over.

Het is erg, eigenlijk te gek voor woorden, maar veel mensen lijken er tamelijk onverschillig onder. Toch, als je wat langer met ze doorpraat worden sommigen erg fel en valt regelmatig het woord opstand of zelfs revolutie. Laten we hopen dat het allemaal zonder veel bloedvergieten kan. Dat het democratiseringsproces met de openheid die er nu is, want die is er, langzaam maar gestaag zal zorgen voor meer welvaart, minder corruptie en een groeiende middenklasse.

Geen opmerkingen: