zaterdag, januari 1

Ellende?

Er is zoveel ellende in de wereld. Om te beginnen al je eigen problemen. Ontslag, geldproblemen, gezondheid, relaties. Meer dan genoeg om er avondvullende soaps van te maken. Waarom zou je je dan nog druk maken om de problemen van een ander. Laat staan die van mensen in een heel ander werelddeel, duizenden kilometers van huis?

Ik vraag me heel vaak af waarom ik zo nodig naar Afrika wil. Wat heb ik er eigenlijk te zoeken? Waarom maak ik me zo druk over de toestanden hier. Er is toch meer dan genoeg te doen in Nederland? Daarbij, als witte middenklasse jongen uit het kosmopolitische Amsterdam is de afstand tot de mensen hier op het Afrikaanse platteland en zelfs de mensen in een stad als Mombasa of Nairobi schijnbaar onoverbrugbaar.

Het wordt mij dan ook steeds duidelijker dat ik hier niet zozeer ben om ‘goed te doen’of te helpen maar veel meer omdat ik denk dat ik veel te leren heb. Weg van de beschermde omgeving waarin ik ben opgegroeid en nog leef. Weg van het ‘tolerante en progressieve’ Nederland, weg van de gebaande paden en geconfronteerd met heel wat meer ‘onmogelijkheden’ dan ik gewend ben wordt een beroep gedaan op mijn flexibiliteit en aanpassingsvermogen en op mijn leervermogen.

Ik heb in de afgelopen twee jaar heel veel tijd, energie en geld gestoken in ‘Afrika’ maar het was elke minuut, calorie en cent dubbel en dwars waard. Zelden was ik betrokken bij een project of activiteit dat zo leerzaam en waardevol was voor mij. Sinds ik te pas en te onpas met mensen begin te praten over mijn plannen met ‘Creative Relief for East Afrika’ heb ik enorm veel adviezen, hulp en steun gehad. Ook nu ik in Afrika ben merk ik dat veel mensen enthousiast zijn en bereid om mee te denken en eventueel mee te helpen.

Naphtany, een medewerker van het reisbureau waar we de trip naar Tsavo hadden geboekt bleek een heleboel vrienden en kennissen te hebben in de muziek en theaterwereld in Kenya en heeft me enorm geholpen met het doorgeven van namen en ‘contacts’. Ook de mensen van ‘The Little Theatre Club’hier in Mombasa hebben me gisteren weer verder geholpen door een ontmoeting met een aantal jonge acteurs en theatermakers te arrangeren met wie ik mijn plannen uitgebreid heb besproken en met wie ik een discussie had over hoe je (stammen)traditie en moderne ontwikkelingen zou kunnen combineren in een project. Hoe je thema’s als armoede, hygiëne en gezondheidszorg een plek zou kunnen geven. Ze wezen me op het belang van de rijke traditie van verhalen vertellen in Oost Afrika en hoe ik daar gebruik van zou kunnen maken wanneer we een theatervoorstelling met de kinderen in Dunga opzetten.

Al ‘rondwandelend’en pratend met mensen krijg ik allerlei informatie over de samenleving hier. Ik zie, ik vraag en vraag nog eens door en wanneer er dan een gesprek ontstaat en mensen merken dat je echt geïnteresseerd bent komen ze vaak met hun eigen visie, mening en politieke overtuiging. De mensen in Kenya weten zelf heel goed wat er aan de hand is. De impact die de HIV/Aids epidemie op de samenleving heeft en hoe die samenhangt met armoede en tradities. De zwakke overheid en de corruptie. De dubbelhartige relatie met de eerste wereld, aan de ene kant suikeroom aan de andere kant de ex-kolonisator die niet zal nalaten de afrikanen fijntjes op hun eigen falen te wijzen (wereldbank, IMF).

Dat een Keniaan zijn menig überhaupt geeft is op zich best bijzonder wanneer je in ogenschouw neemt dat het onderwijs hier nog is van de almachtige docent en de kritiekloos consumerende leerling. Deels hangt die (ver)houding wellicht samen met traditie, deels met de koloniale structuren en voor een belangrijk deel is het ook een zichzelf in stand houdend fenomeen. Onderdrukking is niet alleen een zaak van de onderdrukker, de onderdrukte werkt er zelf evengoed aan mee. Ik vond het dan ook opvallend dat uit de groep jongeren,die ik gisteren op de ‘Little Theatre Club’sprak, het idee kwam om met het thema jongens- meisjes (gender)en de onderlinge verhoudingen iets te doen. Nogmaals, armoede, (vrouwen/ meisjes)onderdrukking, gezondheid (aids) ze hangen allemaal met elkaar samen. Wanneer je moet kiezen tussen je lijf (onbeschermd) verkopen voor 100 kshilling (€ 0,95) om te kunnen eten of honger leiden en de kans op HIV verminderen dan is de keuze voor de allerarmsten vaak snel gemaakt.

Vandaag op nieuwjaarsdag is het weer bloedheet. Maar gelukkig waait er een lekker zeebriesje en is iedereen relatief rustig. Gisteren was het laat voor de meeste en ondanks een enorme anti alcohol campagne van de overheid waren er weer veel mensen flink dronken van de ‘busaa’ (traditioneel thuis gebrouwen bier) of iets anders dat vanochtend een fijn souvenir achterliet. Ach het is maar één keer oudejaarsavond, niet waar?


Geen opmerkingen: