dinsdag, december 27

VLNR Amos, ik en Moses op de visafslag in Dunga Beach

Posted by Picasa

Moses in de tuin voor zijn huis

 Posted by Picasa

Het hijsen van de vlag op het schoolplein, om 8 uur 's ochtends

Posted by Picasa

Kinderen in Dunga, zomer 2005

 Posted by Picasa

2006

Het huidige jaar loopt op zijn einde. Buiten sneeuwt het hevig en binnen staat de thermostaat op 21 en de waterkoker te pruttelen voor thee. Ik heb de kerstdagen heel ontspannen doorgebracht met familie en vrienden. Eigenlijk heel fijn. Mijn gedachten waren vaak bij Kenya, Mombasa, Dunga. De plaatsen waar ik de afgelopen jaren met kerst heb doorgebracht. De zon de sfeer en de geur van Kenya kon ik soms bijna 'voelen'.

Over twee dagen ben ik 43 jaar oud en begint bijna alweer een nieuw jaar. 2006. Zal dit het jaar zijn waarin het eindelijk tot de wereld doordringt dat er een paar grote problemen op te lossen zijn waar we met z'n allen verantwoordelijk voor zijn? Zal dat de grote ommekeer geven in de benadering van het vervuiling en het armoede probleem. Zal er een medicijn tegen AIDS worden uitgevonden dat betaalbaar is voor iedereen? Of komen er eerst nog een heleboel rampen en epidemieën, vóór we met z'n allen echt beseffen dat het anders moet. Als het dan nog anders kan.

Persoonlijk begin ik het nieuwe (en eindig het oude) jaar met een tevreden gevoel. Ondanks alle hectiek en onzekerheid van de afgelopen 12 maanden (werk enzo) is het CRE8 gelukt om van een individueel idee en droom naar een concreet plan, een organisatie te groeien en geld te krijgen voor het eerste 'pilot project'. Dankzij de inzet van een groep geweldige mensen om me heen is het gelukt!

2006 wordt een spannend jaar waarin ik alles op alles wil zetten om het project in Dunga tot een goed resultaat te leiden en van deze ervaring voldoende te leren om naar een volgende en een volgende te gaan. Het is niet makkelijk om in je spaarzame vrije tijd en op zo'n grote afstand van de doelgroep iets op te zetten. Het zal ook niet makkelijk zijn om het uit te voeren. Maar ik blijf er in geloven dat wanneer je echt een opbouwende bijdrage aan de wereld wil leveren je dat moet doen vanuit je kracht en je kennis. En in mijn geval is dat kunsteducatie.

Binnenkort (medio januari) lanceren we een website waarop alles over CRE8 en het pilot project in Dunga te vinden zal zijn www.cre8eastafrica.org . Niet alleen is hier van alles te vinden over CRE8 maar hopelijk zal de website in de toekomst ook als spreekbuis fungeren voor kinderen en volwassenen die bij de projecten betrokken zijn, zowel in Oost Afrika als in Nederland.

Er is veel gebeurd in 2005. Er zal vast veel gebeuren in 2006.

Maar wat er ook gebeurd. Maak er een fantastisch jaar van!!

zaterdag, december 24

De beste wensen!?

Hongersnood in Noord Kenya. Politieke onrust in het land en geen uitzicht op een stabiele ontwikkeling op korte termijn. Ziekte, armoede, gebrek aan mogelijkheden en niet allleen in Kenya.

Het spijt me voor al die mensen die vinden dat de kersttijd zo gezellig is en dat onderstrepen met grote hoeveelheden eten en kaarslicht. Ik waardeer het hoor en zal er dit jaar ook weer gewoon aan mee doen, maar m'n hart is nu even ergens anders.

Ik geloof niet dat het wat uit zal maken maar ik zal het gesprek over het onrecht dat mensen elkaar over de wereld aandoen ook tijdens de komende kerstdiners niet schuwen. Ik zal er ook op blijven hameren dat het echt anders kan en dat deze wereld beter kan, te beginnen bij jezelf. Jammer dan van al die mensen die het liefs achter de kerstboom zouden willen schuilen met een flinke bel cognac en een Sisi film.

Je hoort het al, wannneer je een 'gezellige' kerst wil, moet je mij vooral niet uitnodigen. Het is niet aan mij besteed, dat opgeklopte kerstgedoe. Slechte timing ook zo'n feest waarbij je van alles moet aan het einde van een periode waarin langzaam al je energie wordt opgeslurpt door hard werken (alles nog even afronden voor het einde van het jaar) en korter wordende dagen met grijze luchten.

De afgelopen twee kerstperiodes was ik in Kenya. Ik zou er heel wat voor over hebben om daar nu even te zijn. Gewoon met een gebakken kippetje, als hoogtepunt van het culinaire jaar en een wandeling langs het strand met een cola op het terras. Enigszins onpasselijk wordt ik van alle weelde en overdaad hier en dan vooral van het feit dat ik me er zelf ook niet aan kan onttrekken.

Misschien m'n hele leefstijl omgooien en op 'minimaal' gaan leven? Ik denk niet dat ik het kan, daarvoor zit de westerse consumptie verslaving te diep. Misschien bewuster en kritischer met de keuzemogelijkheden omgaan. Me niet schuldig voelen wannneer dat niet altijd goed gaat en gewoon genieten van wat ik heb en de kansen die ik krijg? Inclusief de kans om eens lekker een dag te schuilen achter de kerstboom met een cognacje en een kerstfilm ('nowhere in africa' dan).

Kerst, een germaans feest met een christelijk jasje. Vooral een feest om even stil te staan bij al je twijfels en vragen. Met elkaar en toch ook een beetje alleen.

Ik wens je een heerlijke kersttijd en alle goeds voor 2006.

dinsdag, november 29

SponsorVader

Sinds een paar jaar ben ik nu, via een sponsorschap verbonden met Moses. Op zich een goed gevoel om zo concreet iets te kunnen betekenen voor iemand in zulke moeilijke omstandigheden als hij En met hem heb ik het denk ik ook erg goed getroffen omdat hij zo bescheiden, integer en gemotiveerd is. Ik voel me met hem verbonden door mjn maandelijkse bijdrage en daarmee de bijdrage die ik lever aan zijn leven nu en in de toekomst maar ook door het min of meer misplaatste vader gevoel dat ik er een bij heb. Dat gevoel is misplaatst en niet terecht, want ik ben zijn vader in de verste verte niet, maar op mijn leeftijd en in mijn positie gebeurd dat toch een beetje ondanks dat.

Gisteren kreeg ik een E-mail van zijn oom Amos die me schreef dat Moses (alweer) ziek is. Gelukkig zorgt Tonneke voor hem in het verre Dunga. Maar ik maak me meteen enorme zorgen. Wat is er precies aan de hand? Hopelijk niets ernstigs. Moet ik meer geld sturen? het enige dat ik kan doen nietwaar. Ik voel nu de enorme afstand vooral omdat het zo moeilijk is om de goede informatie te krijgen.

Zo's sponsor relatie is natuurlijk op een heleboel aannames en min of meer terechte of onterechte emotionele illusies gebaseerd. ik vind het een aardig en schrander joch en hij kan het geloof ik ook wel met mij vinden. Maar zou dat ook zo zijn als we niet door het lot en de financiële relatie aan elkaar verbonden waren geweest? En wat als mijn vaderlijke gevoelens ruimschoots bevredigd zouden zijn geweest door een schare eigen kinderen. Zou ik dan ook zo gemotiveerd zijn geweest om een kind in de derde wereld onder mijn financiële hoede te nemen? Misschien niet.

In ieder geval doet het me goed om iets te doen aan het onrechtvaardige feit dat ik/ wij het hier walgelijk goed hebben en hij/ zij daar moeten afzien. Het is onrechtvaardig, misschien zelfs vermijdbaar maar niet in mijn eentje op te lossen en om die frustratie een beetje te verzachten is zo'n sponsorrelatie zo slecht nog niet.

zaterdag, november 26

Geboorte

Hier is'ie dan. Het logo van onze stichting Cre8 East Africa. Een kinderhoofdje, Oost Afrika, de naam de kleuren. Helemaal goed.

Ik ben de trotse 'vader' van deze baby en hoop dat hij snel mag uitgroeien tot een productieve en gezonde organisatie die nog veel mooie en spannende dingen gaat doen in Oost Afrika en Nederland.

Binnenkort volgt onze website www.cre8eastafrica.org en nog veel meer! Posted by Picasa

vrijdag, oktober 28

Ver Weg

Terug in Nederland, alweer een tijdje, en Afrika is heel ver weg. Ik mis Kenya echt elke dag. De kleuren, de natuur, de geuren, de mensen, de muziek, het eten, de sfeer. Alles behalve de armoede. Nederland is wat dat betreft echt een eiland van welvaart, overvloed en gezapigheid. ook lekker op zijn tijd.

Er is ondertussen een hele boel gebeurd. Met mij. Nieuwe baan, heel veel gedoe met instanties, solliciteren en afbouw van oude opdrachten. Ik zal je er niet mee vermoeien. Maar door alle professionele perikelen is het project in Afrika de laatste twee maanden een beetje in de verdrukking gekomen. Ik heb dan ook besloten om niet in december naar Dunga te vertrekken, maar in augustus 2006. Dat geeft mij en de stichting (CRe8 East Afrika) de gelegenheid om de zaak goed voor te bereiden en de financieën, website en wat er niet al meer is, op orde te krijgen.

Een dergelijk project voorbereiden is een leerschool op zichzelf. Zelden ben ik duidelijker geconfronteerd met mijn eigen mogelijk- en onmogelijkheden. Ook de vraag; 'waarom wil ik dit eigenlijk?', is er één die me telkens weer door mijn kop schiet. Is het mijn socialistische inborst, mijn missie drang, oprechte belangstelling voor de mensen en de cultuur van Oost Afrika, de hang naar het uitdagende, excentrieke, onbekende? Ik weet het niet. Van alles een beetje denk ik. Sommige zaken daarvan zijn goed en productief, anderen zitten eigenlijk alleen maar in de weg.

Het helpt ook wel om verliefd te zijn. in een eerder artikel vertelde ik al dat ik verliefd was geworden op de mensen en het land. En dat ben ik nog steeds. Het is niet meer de blinde liefde van het begin, maar wel een intens 'houden van' dat mij voortstuwd en me naar meer doet verlangen. En om zo ver weg te zijn van waar je van houdt, dat doet pijn, pijn die ik elke dag even voel.

donderdag, oktober 27


Even helemaal niets, zonsondergang in Kiboko Bay, Victoriameer Posted by Picasa

Zonnekoker (bakt een cake) Posted by Picasa

Dansvoorstelling door de kinderen van de school in Dunga Posted by Picasa

Kunstwerk van een kind uit de sloppen van Nairobi Posted by Picasa

Weer een nieuw graf Posted by Picasa

Kinderen van Dunga Posted by Picasa

Officiele opening van de latrines door een gebruiker Posted by Picasa

Snoepie in Dunga Posted by Picasa

Amos Spielberg Posted by Picasa

Hmmmmmmmmmm Posted by Picasa

Moses en ik aan het victoria meer Posted by Picasa

vrijdag, augustus 5

Jezus!

Zelf ben ik opgegroeid zonder al te veel 'religie'. De bijbel gelezen als een interessant verhalenboek en naast humanistisch onderwijs ook de nodige informatie over de verschillende religies mee gekregen, maar religieus wil ik me zelf bepaald niet noemen.

Dat is in Kenya een onbekend verschijnsel. Geen religie hebben is hier zoiets als een one way ticket to hell. Als Europeaan ben ik natuurlijk sowieso een vreemde eend in de beit en wordt me mijn heidendom niet al te kwalijk genomen maar eigenlijk kunnen mensen het maar moeilijk accepteren dat je niet religieus bent. In Mombasa hoor je dan weer de Imam oproepen tot gebed, stuit je op prachtige Hindu tempels of wordt je getracteerd op een openlucht evangelisatie dienst. De televisie zendt de meest uiteenlopende religieuze programma's uit en te pas en te onpas wordt God, Jesus of Maria aangeropen om zijn of haar zegen over dit of dat te geven. Nu kan ik me religie als cement van een sociaal bouwwerk heel goed voorstellen en wellicht biedt het veel mensen hier een houvast in vaak moeilijke tijden, maar de rol die de kerken spelen in wat in mijn ogen 'post koloniale onderdrukking' is zie ik ook.

Een belangrijke reden voor het niet gebruiken van condooms is het feit dat bijna alle (christelijke) kerken het gebruik ervan afwijzen of op z'n minst niet aanmoedigen en wijzen op het feit dat onthouding de enige geaccepteerde manier van voorkomen van zwangerschap en/ of SOA's is. En dan lees je dan onveilige abortussen en onveilige sex de twee grootste killers van Kenya zijn. De eerste vanwege de dood door infectie bij vrouwen bij wie een (illegale) abortus is uitgevoerd, de tweede vanzelfsprekend door HIV/AIDS.

Onderdrukking van vrouwen en minderheden met de zegen of zelfs theoretische onderbouwing door verschillende religieuze stromingen is ook zoiets waar ik me heel kwaad over kan maken. Nu is niet alleen de kerk daar debet aan maar zeker ook de traditie's van veel 'tribes' in dit deel van de wereld. Toch wordt maar al te gretig dit onderdrukkingsmechanisme door de kerken overgenomen.

Religie's en kerken zouden zo'n goede en belangrijke rol kunnen spelen in het op weg helpen van een door onderdrukking en rampen geplaagde bevolking. Bevrijdingstheologen in Zuid Amerika zijn daar een voorbeeld van. Kerken hebben ook in de Nederlandse geschiedenis een belangrijke rol gespeeld bij de emancipatie en ontwikkeling van de 'gewone man'. Hier zie ik daar maar weinig van terug, een enkele gunstige uitzondering daargelaten.

Dat betekend voor degenen die het anders willen dat er maar een optie overblijft; omverwerpen van de bestaande structuren, REVOLUTIE!(in welke vorm dan ook)

Het was een optie die voor mijn socialistische voorvaderen gold en waar ik op zich sympathie voor heb, maar of het er hier ooit van gaat komen?

Ziekenhuis

Ik had me een heerlijke, ontspannen vakantietijd in Mombasa voorgesteld, maar helaas, daar is tot nu toe niet veel van terecht gekomen. Eergisteren na het nuttigen van een glas avocadosap bij John de sapjongen begon James Young, de jongere broer van Charles enorm te kotsen. Na een hele middag en nacht te hebben gekotst werd hij steeds zwakker en minder aanspreekbaar en besloten we hem naar een ziekenhuis te brengen. Kenya kent niet het systeem van huisartsen (wel prive artsen voor de rijken). Als je ziek bent ga je of naar de apotheek voor een pil of naar het ziekenhuis voor een diagnose en behandeling. We gingen naar een prive ziekenhuis in de Swahili (bantu arabisch) wijk van Mombasa. Na enig onderzoek bleek het een ontstoken maag ten gevolge van een maagzweer te zijn. Een jongen van 17 met een maagzweer? James Young is opgenomen en knapt zienderogen op en met de nodige medicatie zal het allemaal wel weer goed komen, maar mij heeft het wel aan het denken gezet.

Kenyanen lijken erg 'gelaten' onder de dagelijkse ellende waar ze vaak mee worden geconfronteerd. De armoede, de inefficiente overheid, de aids crises. Maar onder dat oppervlak van de gelaten, soms bijna onaangedane gezichten zit wel degelijk de frustratie, de angst en de stress die dit alles met zich meebrengt.

James Young verloor zijn vader een aantal jaren geleden. Daarna viel het gezin uit elkaar ten gevolge van het feit dat nu de broodwinner er niet meer was iedereen op zijn eigen manier moest zien te overleven. Charles is de enige in de familie met een fatsoenlijk inkomen en dus bleven de kinderen die nog naar school gaan bij hem. Moeder ging terug naar het stukje land in Kisumu. Broer Wycliff vertok naar de US, zus nancy is getrouwd met een man in Hannover en woont daar sinds kort en dus heeft de familie zo zijn eigen diaspora ondergaan. Voor een cultuur waar familie, clan, tribe bijna alles is waar het gaat om sociale, emotionele en fysieke support is dat op z'n zachtst gezegt 'lastig'.

Toen Moses vorig jaar met zeer ernstige klachten ten gevolge van stress naar het ziekenhuis werd gebracht was er ook zoiets aan de hand. Het verlies van ouders en alle gevolgen van dien trekt een zware wissel op de kinderen die onder vaak heel moeilijke omstandigheden verder moeten. In de gesprekken met Charles hebben we het ook vaak over het feit dat alle verantwoordelijkheid op zijn schouders rust en dat zijn eigen ontwikkeling en ontplooiing danig in de weg staat. In feite offert hij zijn eigen kansen op om de andere kinderen verder te helpen, in ieder geval tot en met de middelbare school.

Het is nog maar twee of drie generaties terug dat in veel families in Nederland ook slechts een van de kinderen een vervolgstudie kon doen vanwege gebrek aan geld. En de mensen die tijdens en vlak na de crises en de tweede wereldoorlog opgroeiden zullen wellicht bij het lezen van dit verhaal hun schouders ophalen, want dit is niets nieuws voor hun. Maar voor mij die in relatieve welvaart en luxe opgroeide dankzij de economische groei en een stel keihard werkende ouders die alles op alles zetten om hun kinderen alle kansen te geven is het soms wel even wennen, slikken zelfs

dinsdag, augustus 2

Pole pole

Eindelijk aangekomen in Mombasa! Het begin van mijn vakantie. Na Dunga, Nakuru en Nairobi is Mombasa bijzonder relaxed (pole pole). het is hier warm, maar half bewolkt met zo nu een dan een tropische bui. De regenmoesson die India teistert heeft ook hier het weer van slag gemaakt, want regen is ongebruikelijk in deze tijd van het jaar. Jammer, maar niet echt strandweer dus. Maar dat geeft niet. Het is hier ' thuis' voor mij. Lekker bij Charles in huis, deetje kletsen, tv kijken en gewoon lekker van Kenya genieten, het heerlijke eten, de geuren, de onverwacht mooie uitzichten en de langzame maar relaxte manier waarop hier wordt geleefd, heerlijk!

De afgelopen weken waren weer vol indrukken en belevenissen. Sommige zaken heb je in dit journaal kunnen lezen, andere zijn te klein of te moeilijk om in woorden uit te drukken. Maar al met al is het opnieuw een indrukwekkende reis geweest tot nu met weer nieuwe inzichten en zo nu en dan ook erg emotioneel. In Nairobi zijn we op bezoek geweest in de sloppen, waar jongeren ons hun ' buurthuis' lieten zien waar ze les kregen in ' fine arts' en 's avonds naar een voorstelling geweest met een mix van moderne dans en afrikaanse zang en vormgeving. Ksh 300 voor een kaartje en rode wijn uit Zuid afrika voor Ksh 150 in de avond en 'smiddags door de blubber van een ' slum area' aan de rand van Nairobi gevuld met 25000 vervuilde, vaak zieke en bijna altijd straatarme afrikanen die voor minder dan Ksh 100 per dag moeten rondkomen. Die tegenstelling en daarin een positie innemen als westerling is een stijd op zich.

Vanaf zaterdag ga ik het land eens bekijken vanuit een heel andere positie. Met een auto dwars door een deel van het noorden (Mount Kenya en Samburu) , de centrale hoogvlakte/ rift valley (Nakuru) en het zuiden (Masai Mara). Overnachten in goedkope maar veilige hotels en eten met de kenianen in keniaanse restaurants. Net even anders dus dan de gemiddelde tourist die hier met (mini) bus van luxe hotel naar luxe hotel en van natiomaal park naar nationaal park wordt gesleept, wat overigens ook heel leuk is. Dankzij de gastvrijheid en makkelijke manier van omgang van de Kenianen ken ik nu in bijna elke stad waar we zullen overnachten wel iemand of via via een vriend of familielid die ons kan rondleiden of onderbrengen. Het lijkt me een heerlijk avontuur.

zondag, juli 31

Nakuru en Nairobi

Dinsdag zijn we uit Kisumu vertrokken naar Nairobi via Nakuru met de bus. In Nakuru is een wereldberoemd natuurpark (flamingo's) en dus komen er veel toeristen, op het moment zo'n vijf bussen met allen al nederlanders per dag. Die zullen er wellicht voor een groot deel geen idee van hebben hoe het ' echte' leven in Nakuru of Kenya is. Vrolijk wuiven ze vanuit de luxe touringbussen naar ons, die op straat lopen. In Nakuru zijn we een dag en een nacht gebleven om er een project van twee nederlandse mannen te bezoeken. Zij werken aan de training van kansarme jongeren die willen werken in de toeristenindustrie en tegelijkertijd bouwen ze een vakantiekamp dat tevens dient als trainingscentrum. Commercieel denken en ontwikkelingssamenwerking gaan hier hand in hand. Lijkt me inderdaad een goede manier om de verslaving aan buitenlandse hulp te verminderen en mensen de mogelijkheden te bieden zichzelf verder te ontwikkelen. Lees meer over hun project Ujima op hun website (effe googelen).

In Nakuru weren we rondgeleid door Ray (echte naam Maurice) die in een klein ' hutje' in de sloppen woont en zijn geld bij elkaar verdient door souvenirs te verkopen. Door hard sparen en een gulle gift van een buitenlander kan hij wellicht volgend jaar zijn droom verwezenlijken; een opleiding volgen tot ' cateraar' in de toeristen bussiness. Ray heeft mijn hart echt gestolen door zijn uiterst open en vriendelijke manier van communiceren, zijn oprechte interesse in ons en zijn gedrevenheid om onder zeer moeilijke omstandigheden toch iets van zijn leven te maken. Echt een kanjer van een jongen zoals we ze hier wel meer tegenkomen.

In Nairobi aangekomen zijn we op bezoek gegaan bij het Go Down arts centre en hebben we met de mensen van nairobits gepraat over het ontwerp van de website voor CRe8 en natuurlijk met alle bekenden van het vorige bezoek gekletst. Een gezellige avond uit met mijn gastvrouw van het vorige bezoek, Neema en verder op zijn tijd een biertje in het artiesten cafe Charlie's Pub dat naast ons hotel zit.

Gisteren zijn we op bezoek gegaan bij een kunsteducatieproject in de sloppen van Nairobi. Een groep van twintig jongeren uit de sloppen krijgt daar les in allerlei beeldende kunstdisciplines onder leiding van een stel bezielde vrijwilligers. Er zijn veel van dergelijke projecten in Nairobi. Sommige goed gefinancierd andere minder maar veel van de projecten zijn uiterst succesvol in het rehabiliteren van straatkinderen of het inzetten van kunst als middel om de bevolking te helpen in de strijd tegen ziekte en armoede. Ook vanochtend hebben we met enkele projectleiders van dergelijke sloppenwijk projecten gesproken. Wellicht mensen om in de toekomst mee samen te werken. in ieder geval leerzame en inspirerende ontmoetingen.

Meer nieuws volgende week vanuit Mombasa!

maandag, juli 25

Laatste dag in Dunga

Vandaag is onze laatste dag in Dunga. Het waren twee zware maar zeer vruchtbare weken. We hebben (denk ik) met iedereen gesproken die we maar moesten spreken om commitment te krijgen voor ons project. We hebben heel veel informatie en contacten erbij. Iedereen reageert heel enthousiast en betrokken op onze plannen en de suggesties die we van het schoolteam, de kunstdocenten, de community en de CBO (community based organisation die het meerjaren project er verbetering van de situatie in Dunga leidt) krijgen zijn zeer bruikbaar. Janneke en ik hebben het ook heel gezellig samen en we maken allebij een intensieve en soms emotionele tijd door hier waarbij we elkaars steun goed kunnen gebruiken.

Afscheid van Dunga en afscheid van 'mijn' familie. Ik laat ze achter met een aantal zaken die hopelijk hun leven weer wat draaglijker maken. Een melkkoe, een goede opleiding voor Eunice, Violet en Moses. Werk voor Amos als timmerman, een paar nuttige zaken voor in huis en hopelijk een goed gevoel dat er in Nederland iemand is die met ze meeleeft. Ik ben blij dat ik dit samen met mijn familie en vrienden die meebetalen aan mag doen. Het is weinig en het valt te bezien of het de situatie uiteindelijk wezenlijk zal veranderen, maar het is beter dan niets.

Vandaag ben ik de stad ingegaan met een boda boda, een fietstaxi. Bonface de taximan vertelde me over zijn verhaal. Dertig jaar, gestopt met secondary school na de tweede klas omdat zijn ouders overleden en nu de zorg over de drie kinderen van zijn zus die samen met haar man ook zijn overleden. De kinderen wonen in Yala, hij probeert als boda boda jongen een paar centen in Dunga te verdienen en is op zoek naar een sponsor om de oudste van de drie kinderen die uiterst slim is weer naar de middelbare school te krijgen.

Het leven is hard, heel hard.

Morgen naar Nakuru met de bus op bezoek bij het ujima project en dan door naar Nairobi. Over het ujima project later meer vanuit cosmopolitisch en koel Nairobi

Kwaheri

zaterdag, juli 23

YALA

Gisteren waren we op bezoek in Yala. Een gemeenschap van zo’n 20 dorpjes die weer zo’n 4000 inwoners tellen met elkaar. Rachid, iemand die we uit Dunga kennen is daar bezig om een zeer uitgebreid en ambitieus project op te zetten om de problemen van de gemeenschap aan te pakken. Een vrouwengroep, een weduwen en weduwnaren groep, een wezenopvancentrum, een jongerengroep, een gezondheidscentrum en ga maar door.

Nu legde hij ons uit dat in de gemeenschap van 4000 slechts 20% van de mensen een inkomen van minimaal 300 dollar per jaar heeft. Of dat klopt of niet weten we niet maar als dat waar is dan moeten de mensen van deze gemeenschap leven van slechts enkele centen per dag. Dat is te weinig om de problemen die de HIV/AIDS epidemie meebrengt zelf te lijf te gaan. Daarom zijn ze op zoek naar donoren van buitenaf om bijvoorbeeld inkomen genererende activiteiten op te zetten een wezen school als die in Dunga, een gezondheidscentrum en een trainingprogramma om mensen voorlichting te geven over het voorkomen en behandelen van AIDS. Tientallen fondsen zijn aangeschreven maar overal nul op het request. Soms omdat het project te ‘klein’ zou zijn, of omdat het niet binnen de doelstellingen van het fonds valt, soms om onduidelijke redenen.

Wij waren uitgenodigd om kennis te maken met de gemeenschap en de activiteiten en natuurlijk ook in de hoop dat we op de een of andere manier van betekenis kunnen zijn. We hebben het allemaal met belangstelling en meeleven aangehoord en bekeken terwijl ons enigszins het gevoel bekroop dat er erg de nadruk werd gelegd op het zieligheidgehalte van de situatie. Maar goed, de problemen zijn er wel degelijk en in sommige gevallen zijn ze echt hartverscheurend. Zoals het verhaal van een jonge vrouw die net haar zuster heeft begraven en nu met de kinderen zit opgescheept terwijl ze thuis ook een familie heeft die ze maar net kan onderhouden. Ik was van haar verhaal echt even helemaal ondersteboven en voelde me heel erg machteloos en klein.

vrijdag, juli 22

Het Project

Natuurlijk ben ik in Dunga in de eerste plaats om het beoogde kunsteducatieproject van CRe8 voor te bereiden. Dat gaat nu tot nu toe heel aardig hoewel allemaal in een traag tempo gaat zoals wel meer in snikheet Oost afrika. Belangrijk is om een netwerk van de juiste mensen in Dunga te bouwen waarmee we kunnen samenwerken. Om de gemeenschap optimaal te betrekken bij wat we gaan doen en het project op maat te maken voor de mogelijkheden van Dunga. Gelukkig zijn er Alphonce Omolo en John Raburu die met enige afstand van advies kunnen dienen en hebben we met de vrouwengroep, het schoolteam en verschillende sluetelfiguren uit de gemeenschap een zeer open en constructief contact. Ook hebben we contact gemaakt met de mensen van plan Kenya die soortgelijke projecten op het platteland organiseren en die wellicht kunnen meewerken. Er zal nog wel wat water onder de brug stromen voordat we hier met een team van vrijwiligers en professionals de gemeenschap en de school gaan omzetten in een groot ' kunstencentrum' , maar ik heb er goede hoop op dat dat gaat lukken.

Ondertussen gaat het leven hier gewoon verder. iedereen heeft zo'n beetje malaria. Nu is ook Janneke een dagje ziek in bed. Gelukkig alleen een beetje reisdiarhee. We waren vanochtend in het Aga Kahn ziekenhuis om haar te laten onderzoeken. Een heel goed geoutilleerd ziekenhuis als je het vergelijkt met de klinieken waar de armen naar toe moeten. Gisteren waren we ook in een huis op bezoek op het platteland alwaar we werden getrakteerd op zukuma wiki en ugali, zeg maar de plaatselijke aardappelen met groente en hebben we een HIV/AIDS voorlichting meegemaakt en gefilmd voor de plaatselijke vrouwengroep. Alleemaal leerzaam en vermoeiend, maar we gaan gewoon door.

Kwaheri

dinsdag, juli 19

ZIEK

Iedereen lijkt hier ziek te zijn. Misschien is het inbeelding, maar voor een omgeving met zo’n prachtig klimaat zijn er wel heel veel mensen aan het hoesten en proesten. De tuinman die het erf voor de boerderij waar we verblijven aanveegt moet om de paar minuten even stoppen om op adem te komen en te hoesten. De huishoudster is al een paar dagen ontzettend aan het hoesten. De knecht van de molen voor het huis klaagt over aanhoudende buikpijn en de heer des huizes is aan het genezen van een malaria aanval. Ga zo maar door.

Vandaag staat helemaal in het teken van ziekte en alles wat er bij hoort. Vanmorgen, op bezoek bij Amos om wat afspraken te maken vertelde hij me dat zijn vrouw Karen al een aantal dagen last heeft van diarhee en hoge koorts. Hij denkt dat het paratyphus is. We gaan naar de kliniek om het uit te laten zoeken. Vrijdag gaan we met Tony, één van de weeskinderen in huize Margaret naar dezelfde kliniek om eindelijk te laten testen of hij HIV positief is of niet. Ik ben blij dat ik er meteen toen ik hier kwam er over ben begonnen want dat gesprek heeft ze blijkbaar aan het denken gezet en tot handelen gebracht. Het jochie ziet er helemaal niet goed uit. Opgezette buik, slechte huid en holle ogen. Hij is wel heel goedlachs en telkens als ik er ben komt hij bij me zitten en wil op mijn schoot waar hij me dan de hele tijd met grote bruine ogen aanlacht.

Het is erg, al die zieke mensen. Veel onwetendheid, geen geld en geen goede mediche zorg. John kon naar zijn broer, een bekend arts in Kisumu, voor onderzoek en om een recept te halen. Maar voor de allerarmsten hier is dat een onbereikbare luxe. Malaria medicijnen kosten zo’n 70 Ksh voor de goedkoopste en minst werkzame, dat is nog wel te betalen en dus nemen veel mensen die maar bij klachten waarvan ze alleen al denken dat het malaria is.

Er zijn nu ook mogelijkheden gekomen om opgenomen te worden in een programma voor gratis ARV (anti retro virus) van een charitatieve instelling of kerk, maar niet voor iedereen. Hopelijk voor Tony wel, en zo niet dan zullen we op zoek moeten naar iemand die de 500 Ksh (5,5 euro) per maand wil ophoesten om dit kind nog een tijdje bij ons te houden. En ondertussen hoest de rest verder in de hoop dat het daar bij blijft.

veel gezondheid gewenst vanuit Dunga!

maandag, juli 18

Afrikaanse bodem

Daar zit ik dan. Op Afrikaanse bodem in het Internet cafe, achter een wat verouderde maar goed werkende computer en mijn eerste week in Kenya overdenkend. Het was een hectische, vermoeiende en indrukwekkende week. Dit keer meteen doorgevlogen naar Kisumu/Dunga en niet eerst even een weekje kust gedaan. Van de superdrukte van Amsterdam naar de relatieve drukte van het Afrikaanse platteland.

Ik ervaar het als thuiskomen. maar dan wel in een thuis met de nodige problemen. Maar laat ik beginnen met het positieve zaken. In de familie van Margaret gaat het zienderogen vooruit. En niet alleen door dat ik er geld in stop maar duidelijk ook doordat ze er zelf de schouders onder zetten. het huis is behoorlijk opgeknapt, Amos is druk met het maken van allerlei meubels voor opdrachtgeves. Eunice doet het goed op de kleermakers school en de overige kinderen gaan ook goed.Behalve dan dat de jongste dochter van Amos en Karen (8 maanden) vorige week is overleden aan malaria.

Moses, die de vorge keer nog een gestresste indruk maakte was nu heel ontspannen en goedlachs en praatte zelfs honderduit met Janneke, mijn reisgenote en mij. Ik ben blij dat deze familie weer een stap in de goede richting heeft kunnen zetten en dat ik daar een bijdrage aan heb kunnen leveren mede dankzij de hulp van vrienden en familie.

In het dorp en de school zien de zaken er ook niet slecht uit. Het is schoner en er zijn toiletten(latrines) en badkamers (hokjes) gebouwd en de school staat er pico bello bij. Ik krijg de eer om de latrines deze week officieel te openen ondanks mijn tegenstribbelen en pogingen om duidelijk te meken dat ik er toch echt niet zo veel mee te maken heb. We maken er een mooie foto reportage van en een video zodat we die naar de mensen in nederland kunnen sturen die het echte werk hebben gedaan voor het inzamelen van de benodigde fondsen.

De plannen voor een kunsteducatie project in december zijn zeer positief ontvangen door de degenen die het hebben gelezen. de kunst zal nu zijn om in de gemeenschap een draagvlak te creeren om de plannen met alleen een beetje sturing vanuit Nederland ook daadwerkelijk van de grond te tillen. Daarvoor hebben we de hulp van Alphonce Omolo, een ontwikkelingwerker die zelf in Dunga is geboren en opgegroeid en er een huis heeft. Met hem zullen we bij diverse sleutefiguren en belangengroepen langs gaan deze week om een en ander uitvoerig te bespreken. Ik ben benieuwd!

Elke avond aan tafel, in het huis van Jaohn Raburu, waar we verblijven gaan de gesprekken over Europa, Afrika, cultuur en mentaliteits verschillen. Mannen en vrouwen, onderlinge relaties. Kolonialisme, armoede, ontikkelings samenwerking,Dunga en zijn specifieke problematiek. Allemaal heel interessant en leerzaam.Maar ook vermoeiend en veel. Ik ben blij dat de laatste twee weken vakantie zijn hier, zodat ik me weer kan opladen voor de drukte en stress van het Amsterdamse leven.

kwaheri

donderdag, februari 3

Terug

Ik ben terug! Veilig geland op een ietwat gladde landingsbaan in Düsseldorf en daarna met een boemeltreintje terug naar Amsterdam om vervolgens te ontdekken dat ik mijn camera kwijt ben geraakt ergens tussen Mombasa en Amsterdam. Godzijdank voor de reisverzekering, wel twee uur op het politiebureau gezeten om aangifte te doen bij een agent die nog nooit van Mombasa had gehoord.

Nederland had besloten me te verwelkomen met kou en sneeuw en nattigheid en grijze luchten en dat viel niet mee na de strakke blauwe hemel van Kenya. De eerste dagen vond ik iedereen er ook maar erg slecht uitzien, zo wit! Maar nu, na een week, ben ik al weer aardig gewend. Volop aan het werk en mijn tempo weer enigszins aangepast aan Nederland. Kenya is weer ver weg, hoewel constant in mijn gedachten.

Tonneke vertelde me eens dat het slim is om op het vliegveld, zodra je het vliegtuig instapt een denkbeeldige knop om te draaien. Wisselen van het Afrikaanse leven naar het Europese. Op de één of andere manier moest ik daarvoor een daad stellen en kocht dus meteen een belastingvrij en evenzogoed duur en overbodig luchtje in het vliegtuig. Ik was meteen weer in consumerend en verwend Europa. Het heeft geen zin om te lang stil te blijven staan bij de onrechtvaardigheid in deze wereld. Je kunt maar weinig doen en dat wat je kunt doen heeft misschien maar weinig zin en ondertussen moet je zelf verder leven en dat leven is hier, in Nederland.

Afrika heeft me opnieuw en weer anders dan de eerste keer de ogen geopend voor mijn ‘geluk’. Door toeval ben ik in dit sompige stukje wereld geboren bij een stel fantastische ouders die me alle mogelijkheden hebben meegegeven die er maar zijn en me hebben gestimuleerd om me te ontwikkelen. Daardoor heb ik kansen gekregen die de meeste kinderen nooit zullen hebben in deze wereld. Dat noem ik nou geluk hebben. Nog meer geluk is dat ik in staat ben om het geluk dat mij ten deel is gevallen een beetje te delen met anderen en pas daarvan ga ik me ook gelukkig voelen. ‘Geluk’ in je eentje is ook maar niks namelijk.

Het was heerlijk om weer onder een hete douche te staan, over de Albert Cuyp markt te lopen, mijn vrienden te zien, in mijn eigen bed te slapen. Maar toch mis ik de geur, de klamme hitte, het lawaai, de sloomheid van het Keniaanse leven heel erg. Dat zal wel verder slijten en ach, met een beetje geluk zit ik er over vijf maanden alweer.

vrijdag, januari 21

Verliefd

Ik ben helemaal verliefd. Je kent dat wel. Een beetje onrustig. Ook onzeker, gepreoccupeerd en enigszins dweperig. Dit keer niet op een persoon, had zeker ook gekund, maar op dit land, Kenya. Hoe het komt dat ik het hier zo geweldig vind, er zelfs verliefd op ben? Vraag het me niet, maar het is gewoon zo.

Het zal zeker de ongelofelijke warmte en gastvrijheid van de mensen zijn. Iedereen heeft me hier met alles wat ze maar hebben verwelkomt en al was het misschien soms met een bijbedoeling, meestal was het echt oprechte gastvrijheid, een lange traditie in dit land.

Het is ook zeker de schoonheid van het land. De steden zijn dan wel vervuild en ook langs de autowegen is het een bende, maar om elke hoek kom je weer een ander, fascinerend landschap tegen vaak volstrekt ongerept en overweldigend in omvang en schoonheid.

Het is ook de intensiteit van de reis, de cultuurshock. Maar ook de intensiteit van het leven hier vergeleken met dat in Europa. Hier wordt het leven genomen zoals het komt, met veel problemen maar ook vaak met die kleine momenten van samenzijn, lachen, gedachtenwisselingen en plezier die waar we in Europa vaak aan voorbij gaan.

Het zal wel meer mensen zijn overkomen uit het gezapige westen. Zeker mensen die als ik uit de middenklasse komen, goed zijn opgeleid, weinig onoverkomelijke problemen in hun leven hebben gekend en die dan in zo´n totaal andere wereld terechtkomen dat ze bijna geen weg meer vinden voor hun gevoelens.

Maar verliefd zijn is best prettig. En wanneer je een heer van middelbare leeftijd bent, zoals ik, weet je het ook wel weer te relativeren. Het zal wel even pijn doen om te landen in Düsseldorf, aan te komen op Amsterdam CS en dan in mijn eigen bedje te landen, alleen. Met voorlopig alleen mijn herinneringen, foto´s en verhalen.


Paul

Gisteren zit ik, als elke avond in Nairobi een pilsje te drinken in de pub naast het Parkside Hotel. Een verzamelpunt voor iedereen die iets met theater, televisie of kunst te maken heeft in Nairobi. Ik was alleen, want wachtte op Neema en werd meteen uitgenodigd aan een tafeltje door een wat oudere heer en dame, Paul en Joyce. Paul vroeg me wat ik zoal deed in Nairobi en nadat ik hem dat had uitgelegd vertelde hij over zijn eigen carriërre als (film)acteur en trainer.Hij noemde een aantal films waarin hij had gespeeld en enkele daarvan kwamen me op de één of andere manier bekend voor maar ik dacht er verder niet zo over na. Pas toen Neema binnenkwam en zich in het gesprek mengde werd me duidelijk dat hij ´de´ grote filmster van Kenya was, weliswaar enige tijd geleden, maar nog steeds heel beroemd.

Paul gaf me veel tips; luister voordat je spreekt, geef mensen de gelegenheid om met eigen ideeën en initiatieven te komen. Laat je eigen wereld achter in Europa en bouw een nieuwe in Afrika. En inderdaad. Als er één conclusie is die ik nog vóór mijn terugkeer naar Nederland kan trekken is het wel dat ik dat moet doen. Dat is hard werken en veel praten, kijken, uitproberen en wellicht zo nu en dan de nodige frustraties.

Het verschil tussen Nairobi en de rest van mijn reis is toch wel dat ik hier helemaal terecht ben gekomen in ´mijn eigen wereld´. Kunstmensen, mensen die de wereld hebben gezien, die gedreven zijn door hun liefde voor kunst, welke kunst dan ook, die open zijn en me verwelkomen als een vriend en collega. Ik geniet erg van Nairobi. Het heerlijke weer; zonnig met een lekker koel briesje en ´s avonds koel en droog met ´s nachts soms wat bewolking en regen. De prachtige wolkenkrabbers van banken en grote firma`s en de stadse sfeer zijn een welkome afwisseling na het landelijke Dunga. Het is echter ook vermoeiend. Drie comlpleet nieuwe werelden in één reis. Zoveel indrukken, gesprekken, ideeën en ervaringen.

Vanochtend woonde ik een dansles bij op de Zweedse school. Neema en haar collega Julliette waren uitgenodigd om een moderne dans les te geven aan de leerlingen. De Zweedse school is gevestigd op hetzelfde terrein als de Nederlandse school en dus had ik gelijk even de gelegenheid om met een aantal moeders die daar hun kinderen kwamen afleveren te praten. De meeste zijn hier met een man die voor een NGO of voor de ambassade werkt. Sommigen dames werken als vrijwilliger in een weeshuis in Nairobi en anderen zijn werkzaam bij een NGO. Ik vroeg ze hoe ze het leven in Kenya zoal vonden. Los van de criminaliteit vonden ze het allemaal geweldig en wilden dan ook voor geen goud terug naar Nederland. Dat kan toch niet alleen het prachtige weer zijn.

Vanavond zal ik een gospel voorstelling van ´Shangilia´ bijwonen, een organisatie voor straatkinderen. Morgen ga ik op bezoek bij een aantal contactpersonen bij het ´National Theatre´, de Alliance Francaise en het Goethe Institut die alledrie betrokken zijn bij diverse kunstprojecten in Kenya. De Nederlandse ambassade staat ook nog op de lijst, maar misschien moet dat de volgende keer.

woensdag, januari 19

Belasting

Kenianen betalen zo´n dertig procent inkomsten belasting en zestien procent BTW (VAT). Niet veel minder dan wij in Nederland betalen. Met een middenklasse en een rijke toplaag van zo´n 40 procent die de belasting betaald moet er dus behoorlijk wat geld binnenkomen. Om maar niet te spreken van het vele geld dat het land binnenkomt door middel van NGO´s en subsidies uit het rijke westen. Toch merkt de gemiddelde Keniaan er bitter weinig van. Lager (primary) onderwijs is officieel gratis, maar de klassen zijn overvol, vaak vragen de leraren een ´vrijwillige´ bijdrage van de leerlingen en wanneer er klassen moeten worden bijgebouwd dan vraagt de school ook een bijdrage van de ouders omdat de overheid niet te hulp komt. Alleen in de wijken waar de rijken wonen zijn de wegen geasfalteerd, dat betalen ze zelf. Op ander plaatsten moet je over stenen en gaten en door plassen en rotzooi je weg zien te vinden. Electriciteit, water, vuilnis ophaal dienst en andere nutsbedrijven zijn officieel geprivatiseerd of op weg naar verzelfstandiging maar leiden nog steeds onder het feit dat ze jarenlang zijn verwaarloost. Black outs, geen stromend water in huis, bergen rottend afval voor de deur. Het is hier allemaal onderdeel van het dagelijks leven.

De gezondheidszorg is een andere belangrijke voorziening waar het falen van de overheid duidelijk te zien is. Twee mensen in één bed. Één zuster voor 30 patiënten en een gebrek aan zelfs de meest elementaire voorzieningen is hier gebruikelijk in bijna elk ziekenhuis, de privé klinieken uitgezonderd, maar die zijn onbetaalbaar.

Veel Keninanen vragen zich dan ook af waar al dat belastinggeld blijft. Een antwoord is snel gevonden volgens velen. De eerste beslissing die de regering Kibaki nam na zijn aantreden was het verhogen van de salarissen van regeringsleden en parlementsleden en hoge ambteneren met meer dan 100%. Daarnaast kregen de dames en heren een dure ´fourwheeldrive´ cadeau van zichzelf. Kortom een goed voorbeeld was het niet en zeker niet toen bleek dat ze een heleboel beloften die ze hadden gemaakt tijdens de verkiezingen niet of onvoldoende nakwamen. Er is nog steeds geen nieuwe grondwet, geen basis ziekenverzekering, het onderwijs is nog steeds niet echt gratis de gezondheid van de bevolking is slecht. Gemiddelde levensverwachting 43, kindersterfte 14%.

En dan natuurlijk de corruptie en de volsterkte ineffiënte manier waarop het land wordt bestuurd. Heel veel bureaucratie en elk van de ambtenaren moet zijn graantje meepikken van de geldstroom. Aan het eind blijft er voor ht echte werk vaak veel te weinig over.

Het is erg, eigenlijk te gek voor woorden, maar veel mensen lijken er tamelijk onverschillig onder. Toch, als je wat langer met ze doorpraat worden sommigen erg fel en valt regelmatig het woord opstand of zelfs revolutie. Laten we hopen dat het allemaal zonder veel bloedvergieten kan. Dat het democratiseringsproces met de openheid die er nu is, want die is er, langzaam maar gestaag zal zorgen voor meer welvaart, minder corruptie en een groeiende middenklasse.

GoDown

In Nairobi ben ik terecht gekomen bij het GoDown Arts Centre. Een Go Down is een soort bedrijventerrein/ opslagplaats. Het terriein wordt nu bevolkt door allerlei kunsteducatieve instellingen die worden gesubsidieerd door de Ford Foundation, een Amerikaanse NGO die is opgericht door de familie Ford, van de auto´s.

Op dit terrein zijn uiteenlopende organisaties en faciliteiten te vinden. Een theater annex repetieruimte voor dans en theater waar op dit moment een russische choreograaf (moderne dans) aan het repeteren is met een groep jonge dansers. Diverse aterliers voor beeldend kunstenaars. Sarakasi, de beroemde dans, theater en circus groep repeteert hier. Daarnaast is er een muziekstudio voor popmuziek en een trainingscentrum voor webdesign; Nairobits.

Op verschillende manieren ben ik hier terecht gekomen. Via Nairobits, dat nauw samenwerkt met Nederland en via Twin Roots, een educatieve theater groep die ook een sterke link heeft met Nederland. Wanneer je hier over het terrein loopt vind je overal mensen en organisaties die op de één of andere manier een link met Nederland hebben. Veel mensen zijn in Nederland geweest voor scholing of werk. Veel organisaties worden door Nederlandse NGO´s gesponsord.

Neema, een danseres waar ik ben ondergebracht, hier in Nairobi, is in Amsterdam geweest en heeft er geauditeerd voor de School voor Nieuwe Dans Ontwikkeling (SNDO). Ik was verbaasd om moderne dans in Kenya tegen te komen. Meestal zie je hier toch traditionele of op traditionele dans gebaseerde kunst. Ook de beeldende kunst die je hier tegenkomt in de GoDown is vaak alles behalve traditioneel, hoewel vaak ontegenzeggelijk afrikaans.

Ik zag gisteren een repetitie van Sarakasi. Gespierde acrobaten die allerlei kunsten aan een lange paal verttonden en prachtig uitgedoste dansers en danseressen met een min of meer traditionele dans. Ik was helemaal thuis. Morgen is er een theatervoorstelling die ik zal bijwonen en tussendoor probeer ik zoveel mogelijk de sfeer te proeven, mensen te spreken en informatie te verzamelen.
Na toeristich Mombasa en landelijk Dunga ben ik nu in cosmopolitisch Nairobi en het valt helemaal niet tegen!

Gay Kenya

Tien procent van de wereldbevolking is exclusief homosexueel en een groter percentage bi. Maar wanneer je daarover begint in Kenya krijg je vaak te horen dat zoiets hier niet bestaat. En als je er even over doorpraat krijg je er een uitgebreide religieuze verhandeling gratis bij.

Natuurlijk zijn er homosexuele mannen en vrouwen in Kenya en de rest van Afrika. In het verleden zullen die net als vroeger in Europa wel hun weg op de een of andere manier hebben gevonden. Maar nu het land moderniseert en veel mensen televisie hebben en internet, begint hier ook heel voorzichtig een homobeweging op te komen. In Kisumu sprak ik met een tweetal voortrekkers van die beweging. Zij vertelden me over hun situatie, de problemen die ze zoal tegenkomen en dergelijke. En natuurlijk was de vraag of ik ze eventueel kon helpen aan financiële steun bij het opzetten van een kantoortje c.q. info centrum voor homosuexele mensen in Kisumu en verre omgeving.

Het gebrek aan goede informatie, support van mede homosexulen, het niet beschikbaar zijn van goede condooms en glijmiddel en de discrimatie door familie, werk en officiële instanties zijn slechts enkele globale problemen waar men hier mee kampt. HIV/AIDS heeft ook in de homosexuele gemeenschap huisgehouden en is daar zo mogelijk een nog groter taboe dan in de heterosexuele gemeenschap. Mannen en vrouwen die na hun dertigste nog steeds niet getrouwd zijn worden vaak verstoten door de familie of gedwongen tot een huwelijk. Kortom de druk om je als 'hetero' te gedragen, te trouwen en voort te planten is enorm. Nu stelt het huwelijk hier, in ‘amoureuze’ zin niet zoveel voor. Je trouwt omdat het hoort of om de connecties tussen families te versterken, maar plezier heb je buiten het huwelijk. Dat maakt het leiden van een dubbelleven natuurlijk iets makkelijker. Wat moeilijk is hier, is het volstrekte gebrek aan privacy. Mensen leven dicht op elkaar, vaak met heel veel in kleine, gehorige huizen en meerdere mensen in die een bed moeten delen is hier heel gewoon.

Dat zich ondanks dat nu een emancipatiebeweging begint te ontwikkelen in Oost Afrika mag dan ook bewonderenswaardig worden genoemd en verdiend alle steun van de homobeweging in het westen.


maandag, januari 17

Boda Boda

Met de economie in Kenya is het niet bijster goed gesteld. Met de rijkste vijf procent van de bevolking gaat het bijzonder goed, de middenklasse die ongeveer dertig procent van de bevolking uitmaakt moet vaak de eindjes aan elkaar knopen maar redt het aardig. En dan de rest. Veel mensen zijn straatarm en moeten de dag zien rond te komen met soms niet meer dan 50 ksh voor de hele familie. Een goed voorbeeld van hoe sommige jonge mannen dat doen is de boda boda. Verbastering van border border, wat zo veel betekent als 'van plaats naar plaats'. Een taxi maar dan in de vorm van een fiets. Daar kun je achterop gaan zitten, meestal op een fleurig versierd kussen met voet- en handsteunen. Voor een klein bedrag brengt zo'n boda boda je dan van Dunga naar de binnenstad van Kisumu. Normaal kost dat 30 ksh, maar zodra ze een mzungu zien gaat de prijs flink omhoog naar 50 of meer. Met een beetje onderhandelen kom ik meestal wel uit op 40 en wanneer de rit plezierig verloopt doe ik er meestal alsnog 10 bovenop.

Nu is het probleem in Kenya dat in de informele economie 60% van de mensen z’n brood moet zien te verdienen. Tientallen boda boda rijders staan dan ook op elke hoek van de straat de potentiële klanten op te wachten. Dat geld ook voor de vele stempel makers, schoenpoetsers, zakdoek en handdoekverkopers, scheermesverkopers etc. etc. 'Hawkers' noemen ze die hier, straatverkopers dus. In Nairobi worden die nu op veel plaatsen geweerd omdat ze een bedreiging vormen voor de gevestigde middenstand of gewoon in de weg lopen of om wat voor reden dan ook. Feit is alleen dat achter elk van deze kleine ondernemertjes vaak een heel gezin staat dat afhankelijk is van zijn of haar inkomsten. Zo’n boda boda rijder heeft misschien 10 of 15 klanten per dag, maar de fiets waarop hij rijdt is vaak niet zijn eigendom en dus moet hij de huur er nog van afdragen. Wat hij dan overhoudt is vaak niet meer dan een schamele 100 ksh.

Geen wonder, kortom, dat iedereen je hier een beetje probeert ‘ op te lichten’ of op z’n minst je wat geld af te troggelen. Met een beetje humor en wat relativeringsvermogen kun je met de meeste ‘handelaren’ goed uit de voeten. Je moet gewoon accepteren dat je zo nu en dan wat meer betaald. Trouwens, vaak krijg je er een heleboel vriendelijkheid en hulp voor terug. Zoals de taxichauffeur die me vanaf het vliegveld van Nairobi naar een veilige ‘flappentap’ bracht en daarna een goed en goedkoop hotel in het centrum en daarvoor uren de tijd nam en er 1200 ksh voor rekende terwijl de rit normaal alleen al 1000 kost, ook voor locals. Kortom je ontmoet in al die armoede ook veel mensen die eerlijk, betrouwbaar en service gericht zijn. Je moet er alleen zelf ook in investeren.

zaterdag, januari 15

Community

Dunga is oorspronkelijk een klein vissersdorp op een schiereiland in het Victoria meer bij Kisumu. Dat deel van Dunga, aan het water, is het schilderachtige deel. Als dit Zuid Frankrijk was zou het al lang geleden zijn opgekocht door rijken die er hun villa met zwembad zouden hebben gebouwd. Er wonen ook een aantal import rijken hier, inclusief europeanen, die een stuk land hebben gekocht en er een mooi huis op hebben gezet. Maar de meeste mensen die er wonen hebben een zeer eenvoudige traditionele hut of een huisje van gestapelde stenen met een golfplaten dak.

Hoewel traditionele afrikaanse gemeenschappen een hechte sociale structuur kennen is dat in Dunga helaas niet het geval. Dat komt door dat zich hier arme vissers met rijkere import hebben vermengd maar ook door de mentaliteit van veel vissers die vaak van huis zijn en soms gezinnen hebben op verschillende plaatsen langs het meer. Zelfs de bewoners zelf klagen over het gebrek aan ‘cummunity feeling’ en de soms asociale mentaliteit van veel mensen.

Veel afrikanen zijn in naam zeer religious, hier vaak christelijk. Maar bijna elke familie is lid van weer een andere kerk en daarmee wordt het gemeenschapsgevoel ook al niet versterkt. Binnen de kerk zal soms nog wel sprake zijn van enige samenhang maar tussen de verschillende kerken is vaak alleen maar concurrentie.

De Luo’s kennen, net als veel andere afrikaanse volken niet alleen het begrip familie (vader, moeders, kinderen en grootouders) maar ook het begrip ‘extended family’ waarbij ook neven en nichten, ooms, tantes enz. Worden bedoeld. En dan heb je ook nog het begrip ‘clan’ waarbij zelfs de meest verre familierelatie nog tot de ‘clan’ wordt gerekend. Bij begrafenissen betekend dat soms meer dan 1000 genodigden!

De loyaliteit gaat over deze schijven van familie, extended family, clan en tribe. Dat kennen we in West Europa natuurlijk ook, maar hier is het echt extreem. Baantjes en ‘benefits’ worden via dit netwerk verdeeld en conflicten en belangen verstrengelingen worden zeer door de structuur bepaald. Dat maakt het voor een buitenstaander, laat staan een Nederlander, soms heel moeilijk om te begrijpen waarom zaken gaan zoals ze gaan. Het is van belang om alle relaties, belangen en conflicten in de gemeenschap te kennen alvorens je beslissingen neemt aangaande financiele en/of organisatorische zaken. Tonneke, die hier allerlei projecten helpt opzetten en begeleiden heeft er bijna een dagtaak aan om dat uit te zoeken en er mee te ‘dealen’. Corruptie, tegenwerking en soms zelfs sabbotage van van sommige activieiten kunnen vaak worden verklaard door de sociale netwerken en hun belangen tegenstellingen en conflicten.
Ik praat hier veel met de mensen over deze zaken en hoe ze de ontwikkelingen in Dunga beinvloeden. Het is leerzaam, maar ook vermoeiend want soms lijkt het alsof alles zo onlogisch en contraproductief is in de naam van ‘traditie’.

vrijdag, januari 14

Ratten

Het verhaal van de 60.000 ratten op de markt van Nairobi heeft erg veel indruk gemaakt. Vanmorgen, op de markt van Kisumu een van de grootste in Oost Afrika moest ik er weer aan denken toen ik over het zoveelste vieze modderwater stroompje moest springen om een ander deel van de markt te bereiken.. De markt is net als in Nederland verdeeld in allerlei onderdelen. Een deel voor de vis; vaak gedroogd in de zon, soms ‘vers’ . Een deel voor de tweede handskleding; C&A, H&M en vele andere merken zijn hier alleen op de tweedehands kleding markt verkrijgbaar. Een deel voor sloten en ijzerwerk, op het eerste gezicht zesde hands spul. Geen twijfel dat er tussen al dat goed ook in Kisumu minstens 60.000 ratten leven, hoewel het hier niet zo erg is als in Nairobi waar de toestanden echt onbeschrijfelijk moeten zijn geweest.

Ratten komen ook voor in het gezegde ‘de mensen sterven hier als ratten’ dat in het engels ongeveer het zelfde klinkt. Inderdaad, de mensen sterven hier als ratten. In de drie laatste maanden van 2004 stierven in Dunga (geschat op 4000 inwoners) 270 mensen. Elke dag minimal twee begrafenissen dus. De ‘gemeenschap’ heeft dan ook besloten dat er iets moet gaan gebeuren. Er is een werkgroep opgezet voor de training van 25 mensen tot ‘milieu wachters’. Zij moeten het schoonhouden van de ‘compounds’ en de bouw en onderhoud van de latrines begeleiden.

Aanstaande Zaterdag zal de groep samen met een grote groep andere vrijwilligers uit Dunga een schoonmaak van de ‘beach’ uitvoeren als ‘aftrap’ van het project. Andere plannen zijn; verdere training en voorlichting van de gemeenschap, voorlichting op school, het opzetten van een eenvoudig gezondheidscentrum en het planten van fruitbomen op de ‘compounds’ zodat de mensen die er wonen ook eens wat anders op het menu hebben dan de eeuwige ugali (maispap) zukuma wiki (snijbiet) en vis (tilapia en nijlbaars).

Veel mensen uit de gemeenschap hebben absoluut geen idee van hygiene en gezondheid. Zelfs nu er leiding water is, verkiezen veel mensen water uit het meer, dat sterk vervuild is, omdat het nu eenmaal de traditie is. Ziektes als malaria, tyfus, diarhee, bylharzia, dyssenterie en cholera komen hier regelmatig voor en doden vooral de zwakken (kinderen, ouderen, hiv positieven), Maar ook ziekten veroorzaakt door slechte voeding, het inademen van rook tijdens het koken in een slecht geventileerde hut, het gebruik van zelfgebrouwen alcohol en natuurlijk HIV eisen hier dagelijks hun tol.

Ik sprak gisteren uitgebreid met de stuurgroep van het milieuproject en ik heb de indruk dat ze boel goed op een rijtje hebben. Hun plan voor het schoonmaken en schoonhouden van de compounds klinkt realistisch en de bijkomende ideeen als de fruitbomen en een gezondheidscentrum zijn misschien nog wat ambitieus (want duur) maar haalbaar op termijn.

Tijdens de zaterdag ‘cleaning day’ zullen zes leerlingen van de achtste groep onder leiding van hun docent Samuel met een video camera de hygiene en milieu omstandigheden van Dunga vastleggen. en aan de hand van de opnamen zullen we na de lunch een gesprek hebben over hun ideen aangaande dit onderwerp en hun suggesties. Dat alles wellicht als inspiratie bron voor het theaterproject van CREA in December 2005.

Toen ik met Moses over deze workshop sprak (hij is een van de zes) was de anders zo stille en introverte jongen plotseling heel enthousiast aan het vertellen over wat hij er zoal van vond. Verontwaardigd vertelde hij me dat mensen hun behoefte soms gewoon op de paden doen en zich niets aantrekken van het feit dat daar kinderen op blote voeten lopen en spelen in het zand. Ook vertelde hij me over de vlooien, luizen, schurft en ratten die in Dunga heel gewoon zijn. Ik was gisteren een dag lang te gast bij zijn grootmoeder ‘aunt Margaret’ en heb haar in ieder geval bijna de hele dag niets anders zien doen dan schoonmaken, opruimen, wassen en afwassen. Ik kan je vertellen dat dat in het vochtige, stoffige en overvolle Dunga geen gemakkelijke opgave is.

Over mijn bezoek aan de familie van Moses later meer.

donderdag, januari 13

Moses

Dinsdag was ik een dag lang te gast bij de familie van Moses. Ik was daar de Zondag er voor al langs geweest om ze te groeten en om cadeautjes langs te brengen. Ik had toen afgesproken dat ik op Dinsdag een dag lang zou langskomen met een camera om een impressie te filmen van hun dagelijks leven. En dus stond ik ‘s ochtends om half zeven voor hun hut met mijn camera en nog een tas met kinderkleding die ik had meegenomen uit Nederland. De familie was net wakker en moses stond al in schooluniform klaar om als hoofdrolspeler te fungeren.

Grootmoeder Margaret leeft op het stukje land van haar overleden man, een botenbouwer, samen met haar zoon Amos, zijn vrouw Karen, hun vier kinderen, zes overgebleven kleinkinderen van overleden zonen en dochters en een dochter van een van de twee overleden overige vrouwen van haar man. Amos, die dankzij een gulle gift uit Nederland onlangs is ‘afgestudeerd’ als timmerman derde graads is een bedrijfje begonnen met een paar gereedschappen die nog in huis waren. Zijn moeder heeft zich voorgenomen om een huisje te bouwen op haar land om met de verhuur hiervan zelf wat geld te kunnen verdienen. Karen zou graag een handeltje in tweede hands kleding beginnen en Eunice zou graag een opleiding volgen tot kleermaakster, maar voor dat alles is natuurlijk geen geld. Dankzij het sponsorgeld van mij en een vriendinkan de familie zich nu twee maaltijden per dag veroorloven in plaats van de ene karige maaltijd in het verleden en gaan Moses en Violet nu naar school, maar daarna is het geld op. Het kleine beetje geld dat er soms over blijft wordt gebruikt om zaken als malariatabletten en dergelijke te kopen indien nodig. Toen Lidia, een van de zes weeskinderen naar het voortgezet onderwijs moest werden de enige twee koeien van de familie verkocht.

De familie leeft al enkele generaties als vissers aan het Victoria meer, maar komt oorspronkelijk uit het noorden. Het zijn dan ook geen luo’s, maar Bantu’s. Toch leven ze hier volgens de Luo tradities. Hoewel Amos, die zeer goed engels spreekt, me vertelde dat ze zich aan veel tradities, waaronder polygamie, niet meer houden, mede door de verschrikkingen als AIDS.

Eerder vertelde ik al over de 400 euro die ik uit Nederland had meegekregen voor de familie en dat ik er gereedschappen voor wilde kopen. Dat gaan we ook doen. Na overleg met de familie en met de mensen van de Dunga development foundation heb ik besloten om Amos naar een voortgezette timmermans opleiding te sturen, Eunice naar een kleermakersopleiding en Aunt Margaret en haar schoondochter op weg te helpen met een handeltje in tweedehands kleding. De gereedschappen voor Amos worden ‘gegeven’ in de vorm van een ‘zachte’ lening en de rest wordtgesponsord onder bepaalde voorwaarden. Op de ze manier is de familie hopelijk in staat om de draad weerop te pakken en aan een toekomst te bouwen waarbij ze niet langer afhankelijk zullen zijn van een donor uit Nederland.

Tijdens een wandeling door Dunga, samen met Amos, heb ik schrijnende gevallen van armoede gezien. Vooral daar waar alle volwassen mannen en soms ook alle vrouwen zijn weggevallen is de armoede echt hartverscheurend. Moedeloosheid en zelfs de neiging om zo snel mogelijk het vliegtuig terug naar huis te nemen overvallen me hier regelmatig. Maar dat wist ik van te voren. Vorig jaar was een schok en dit keer is de hevigheid van de schok niet minder. Hoe meer ik in de materie duik, hoe duidelijker wordt het beeld van de enorme ramp die zich voor mijn ogen afspeelt. Alleen een alles verwoestende oorlog of ramp als die op Sri Lanka zal nog erger zijn.

zondag, januari 9

Harde Landing

Aangekomen in Dunga en het was geen zachte landing. Ik moet zeggen dat ik me hier net als vorige keer weer heel welkom voel en ook was de reis hier naartoe zeer aangenaam en zelfs het klimaat is veel beter dan in Mombasa (’s avonds koelt het lekker af), maar ik ben me rotgeschrokkn van de eerste indrukken. Allereerst de vele verhalen over mensen die ik vorig jaar nog heb ontmoet en ondertussen zijn gestorven, meestal aan AIDS. Dan de ontmoeting met Amos en Moses. Amos zag er helemaal niet goed uit. Afgevallen en een hele vale schilferige huid. Misschien is er niet zoveel aan de hand maar toch schrok ik me rot. Met al die sterfgevallen hier denk je al snel aan het ergste.

Wat heel goed is om te zien is dat de school waar ik het eerste CREA project zou willen opzetten het heel goed doet. Er zijn nu 250 leerlingen die in klassen van maximaal 25 les krijgen en met twee klassen in een lokaal. Er wordt gekeken of er nog meer lokalen kunnen worden bijgebouwd. Daarnaast is er een ‘foodprogramm’ opgezet zodat de kinderen die deze school bezoeken in ieder geval op school fatsoenlijk te eten krijgen. De school is bedoeld voor de allerarmsten. Wezen of kinderen uit hele arme families. Het geld voor de school wordt bijeeengebracht door een Nederlandse stichting die weer nauw samenwerkt met de mensen in Dunga die zorgen voor de uitvoering van allerlei projecten. Tonneke, die de school hier heeft opgezet en ook de stichting in Nederland, is ook in Dunga om allerlei zaken te regelen en te kijken of alles goed verloopt. Zij is ook degene die mij introduceerd bij allerlei mensen die weer voor het CREA project van belang zouden kunnen zijn.

Naast het schoolproject en het voedselproject is er ook nog een sponsor project en waaraan nu zo’n 35 kinderen deelnemen, waaronder Moses en Violet en een weduwen project dat zich heeft ontfermt over een aantal alleenstaande en zeer arme weduwen.

Alphonce Omolo Lumumba, een Luo die zich in de loop van de tijd heeft ontwikkeld tot een vooraanstaand organisatie manager binnen een NGO hier in Kisumu traint een aantal mensen in Dunga om de gemeenschapsstructuur te versterken.

Ook is er het zogenaamde ‘latrines project’ dat beoogd 35 nieuwe latrines (hurktoiletten) te bouwen en 52 op te knappen Daarnaast worden er allerlei activitetien omheen georganiseerd om de hygiene op de ‘compounds’ ter vergroten zoals het bouwen fatsoenlijke (af)wasplaatsen. Het egaliseren van de grond, zodat geen plassen achterblijven na de regen, waarin zich gemakkelijk malariamuggen kunnen vermenigvuldigen, en het verwijderen van bossages die nu vaak dienen als alternatief toilet en waar kinderen en huisdieren rondscharrelen.

Aanstaande zaterdag is de kick off van het project en in overleg met de mensen hier heb ik besloten om tijdens die dag met een aantal kinderen een workshop te organiseren rond het theam ‘ basic hygiene’ wellicht het thema van ons eerste theater project in december 2005. Onder leiding van een van hun docenten zullen ze die dag een film reportage maken over de hygiene in hun daglijks leven en wat daarover hun ideeen en gedachten zijn.

Verder staan deze week nog een aantal gesprekken op de agenda, bijvoorbeeld met de ‘woman group’ vanmiddag waarin we onder andere zullen bespreken hoe we de geschonken goederen uit Nederland kunnen distribueren onder degenen die dat het hardst nodig hebben. Verder wil ik een reportage maken van het dagelijks leven hier. Ik zal Moses een dag lang volgen met een camera. En verder zal ik morgen, de eerste schooldag na de kerstvakantie, de hele dag op de school aanwezig zijn om indrukken op te doen, de kinderen te leren kennen en opnamen te maken.

Kortom een volle agenda. Waarover later meer.

vrijdag, januari 7

Gedenk te Sterven

De dood. De dood is overal in Kenya. Net als het leven, want het krioelt hier van de kleine kinderen. Negen kinderen in één familie is heel normaal en dan te bedenken dat veel mannen er meerdere vrouwen en dus families op na houden.

Gisteravond, tijdens een gesprek met Charles ‘ontdekten’ we dat van de mensen die kent, meest twintigers, bijna niemand zijn ouders nog heeft. Zijn eigen vader overleed enkele jaren geleden aan een ‘mysterieuze’longziekte, de ouders van John, de sapjongen, overleden aan AIDS. De ouders van Kipkemboi, de gast uit Eldoret werden door politieke tegenstanders vermoord, moeder doodgeschoten, vader vergiftigt. De ouders van Moses en Violet; dood. De vader van Steve, een goede vriend van Charles en ondertussen ook een vriend van mij; dood. De oudste broer van Charles werd tijdens het zwemmen in de baai van Mombasa gedood door een haai. Kortom; de dood is alom aanwezig.

Toen de vader van Charles ziek werd, had hij een voor Keniaanse begrippen goede ziektekostenverzekering. Hij werd tot drie maal toe opgenomen in het ziekenhuis en behandeld, maar daarna was het verzekerde geld op en moest de verdere behandeling uit eigen zak worden betaald. Omdat zijn vader als hoofd van een grote familie wel meer aan zijn hoofd had dan zijn eigen ziekte werd flink bezuinigd op de behandelingskosten en medicijnen. Uiteindelijk overleed hij en liet een vrouw zes kinderen na.

Die bleven met de verantwoordelijkheid voor de begrafenis, een belangrijke gebeurtenis voor Luo’s, en een klein probleem achter. Vader had namelijk naast zijn eerste vrouw enkele jaren daarvoor een minnares genomen. Een bruidsschat was nooit betaald en dus was er geen sprake van een officieel huwelijk, maar er was al wel een dochter uit die relatie geboren en dus voelde de eerste vrouw enig verantwoordelijk naar haar collega met kind. Na lang wikken en wegen besloten de moeder en kinderen uit respect voor de overleden vader de tweede vrouw en halfzus met terugwerkende kracht te erkennen als officiële vrouw. Dat betekende dat nog vóór de begrafenis een huis moest worden gebouwd op de ‘compound’ van de familie (het eigen stukje land) zodat het lijk in beide huizen, dat van de eerste vrouw en dat van de tweede vrouw, in de nacht voor de begrafenis enige uren kon verblijven als het ware een soort laatste samenzijn. Binnen 24 uur werd het fundament voor een huis gelegd en de muren en het dak gebouwd. Daarmee was de eer van de familie gered en bleven er geen onwettige kinderen achter.

Tijdens een Luo begrafenis worden niet alleen familie en vrienden uitgenodigd om afscheid te nemen, maar de hele gemeenschap. En iedereen die komt verwacht dat er voldoende te eten en drinken is. De kosten voor zo’n begrafenis kunnen een familie ruïneren! In ieder geval was er na de begrafenis in de familie van Charles nog maar heel weinig geld over. Het enige dat overbleef was een zeer eenvoudig huurflatje in Mombasa, waar vader had gewerkt en de schamele meubels en huisraad. Een uitzichtloze periode van armoede in het verschiet.

Het is maar één van de vele verhalen die je hier tegenkomt. En niet eens het meest dramatische. Maar het geeft je te denken. Ik, die in een land woon waar je ’s ochtends niet wakker wordt met de gedachte waar je nu weer geld vandaan moet halen om te kunnen eten. Waar gezondheidszorg, onderwijs en sociale voorzieningen uitstekend zijn geregeld. Waar de kwaliteit van openbare voorzieningen, infrastructuur e.d. tot de top van de wereld behoort en waar armoede in zijn meest wrede vorm niet meer voorkomt. Ik word dan even stil

Supa

Kenya kent zo zijn eigen variant van de ‘coffeeshop’; de doe het zelf winkel. Daar haal je voor 5 of 10 ksh een tube of potje rubberlijm (supa), stopt dat in een opengesneden plastic limonadeflesje, klemt het tussen je tanden om vervolgens enkele uren apestoned te kunnen rondlopen door de langzaam verdampende benzine die als oplosmiddel in de lijn wordt verwerkt (supa = super). Je ziet in Mombasa en Nairobi heel veel kinderen, tieners en jonge volwassenen zo rondlopen. Totaal vervuild, onaanspreekbaar, broodmager en met alleen vodden aan het lijf.

Wij kennen in Europa de marihuana en andere drugs. Die kennen ze hier natuurlijk ook. Alleen zijn ze illegaal en voor de armen absoluut niet te betalen. Supa is een goed werkend en goedkoop alternatief. John vertelde me dat hij het ook eens had geprobeerd, op de middelbare school. Hij vond het maar niks, maar moest wel toegeven dat je er ‘aangenaam’ stoned van werd. Nu wordt ik al misselijk bij het voltanken van de auto, dus laat staan met een fles lijm onder mijn neus, maar voor de straatkinderen die hier een uitzichtloos en vaak ‘wreed’ bestaan leiden is het wellicht de enige manier om de dag door te komen. Honger en angst verdwijnen en alles veranderd in een grote wazige mist.

Ik heb geen idee wat de gevolgen van lang lijm snuiven zijn. Maar ik kan er alleen maar het ergste bij vermoeden. De kinderen die ik hier zie zien er alles behalve ‘gezond’ uit, hun gezichten vaak verwrongen en hun huid onder de zweren en uitslag. Straatkinderen die niet snuiven zien er dan nog relatief goed uit.

donderdag, januari 6

De Moderne Tijd

De prehistorie, zoals we dat zo mooi noemen in het westen, is hier nog maar net afgelopen. Pas toen de Engelsen en Duitsers in de negentiende eeuw oost Afrika koloniseerden betekende dat de overgang naar wat we ‘de moderne tijd’ noemen. In die korte periode is in Kenya dus bijna net zoveel bereikt als waar we in Europa 2000 jaar over hebben gedaan. En dat terwijl hier toch eigenlijk geen noemenswaardige conflicten nodig waren om tot een staat en een min of meer nationale identiteit te komen. Er was natuurlijk de onafhankelijkheidsstrijd (mau mau) en er zijn wat conflicten en rellen tussen de verschillende stammen geweest en die zijn er nog. Maar vergeleken met de eindeloze oorlogen, met als dieptepunt de twee wereldoorlogen in de 20ste eeuw, in Europa doen ze het hier in Kenya echt een stuk beter.

Sommige stammen verzetten zich tegen de hun opgelegde modernisering. Met name de Masai staan er om bekend dat ze zeer hechten aan hun tradities en levenswijze. Maar de gemiddelde Keniaan omarmt de moderne tijd zeer bereidwillig.

Modern zijn betekend een televisie hebben, of minstens een (transistor) radio en die dan altijd zeer luid aan hebben staan. Liefst beide tegelijk. Nu ben ik opgevoed met de regel dat de tv uit gaat wanneer er bezoek is, hier gaat hij juist aan zodat het erg moeilijk wordt om een beschaafde conversatie te voeren. Modern zijn betekend ook een mobieltje hebben en daar zo mogelijk veel en opzichtig, gebruik van te maken. Wanneer je weinig geld hebt vooral in de vorm van flashen (bellen zonder op te nemen als een soort van moderne tamtam taal) of sms-en. Wanneer je wel geld hebt voor een ‘scratch card’ (beltegoed) door er luidruchtig in een restaurant of de bus mee te bellen. Hippe schoenen, hippe muziek, hippe kleding (bling bling is the thing) hip taalgebruik (Mombasa slang), fast food dat alles maakt je een man of vrouw van deze tijd en dus ‘modern’. Over veel tradities en zelfs over de stammentaal wordt door veel mensen vaak laatdunkend gedaan of op z'n minst als iets dat ouderwets is. In modern Mombasa spreek je Kiswahili, ook al is dat niet je stammentaal. In Nairobi is Engels de voertaal.

Op televisie zie je vooral veel soaps en films uit de VS en andere 'soap' producerende landen als Australië en Mexico. Verder wordt hier iedere ochtend CNN (Londen versie) uitgezonden en zijn er regelmatig documentaires over bepaalde onderwerpen te zien. Toch is de informatie voorziening hier een stuk minder dan we in Nederland gewend zijn. Het nieuws bestaat vaak vooral uit nationale onderwerpen gemengd met al dan niet triviale zaken. Geld om te reizen hebben mensen hier niet zodat veel Kenianen, misschien wel de meeste, nog nooit één van hun eigen prachtige wildparken heeft bezocht en nauwelijks weet hoe een olifant er van dichtbij uit ziet. Gisteren was er een gast uit Eldoret (westen van Kenya) op bezoek. Ik was bijna aangedaan door zijn reactie op het zien van de zee en het strand en angst die hij had om met de ‘ferry’over te steken naar Likoni.

De overgang van de ijzertijd naar de post industriële tijd gaat met zevenmijlslaarzen en daarbij worden hier en daar natuurlijk wel eens wat details gemist. Maar nogmaals; ik heb grote bewondering voor wat er in Kenya al is bereikt en hoe de mensen hier proberen de moderne tijd te omarmen zonder de eigen cultuur en geschiedenis al te veel schade aan te doen. Ook de manier waarop iedereen hier de vrijheid heeft om traditie en religie te beleven zou een voorbeeld kunnen zijn voor het toch in basis ‘intolerante’ Europa. Hindu tempel, moskee en diverse christelijke kerken staan hier in Mombasa vreedzaam naast elkaar in al hun pracht en praal en dat al heel lang.

Geld

De hitte, malaria muggen, het vuil op straat, geen stromend water, de ‘black outs’ (stroomstoringen): alles went. Er is alleen één ding dat me hier mateloos irriteert en waarmee ik nog niet goed weet om te gaan. Namelijk dat iedereen je hier als een wandelende portemonnee beschouwt. Je bent een mzungu, je komt uit het rijke Europa, Nederland zelfs, dus je hebt geld en er valt wat bij je te halen. Mensen vragen je soms op bijna onbeschofte manier om geld of gunsten. Vrouwen laten soms op niet mis te verstane wijze blijken dat ze ja als zeer geschikte huwelijkskandidaat beschouwen. Personeel in winkels en restaurants maken opmerkingen over je telefoon of horloge met de achterliggende boodschap dat wanneer iemand dergelijke ‘dure’zaken bezit er toch wel een royale fooi vanaf kan.

Misschien ben ik wel een beetje te achterdochtig geworden door een paar minder aangename ervaringen en de verhalen van andere westerlingen die ik hier ontmoet. Evenzogoed blijft het me irriteren. Het maakt me minder spontaan en ik merk dat ik eerder geneigd ben om ‘de hand op de knip’ te houden dan gewoon eens een royaal gebaar te maken, puur omdat ik dat laatste nu eenmaal liever spontaan doe dan vanuit een soort vanzelfsprekende verwachting.

Tegelijkertijd besef ik ook wel dat de meeste mensen die ik hier ontmoet een inkomen hebben dat zelfs relatief (lokale koopkracht) vele malen kleiner is dan het mijne en dat puur het feit dat ik me kan veroorloven om vijf weken door Kenya te reizen na hier eerst met een vliegtuig naar toe te zijn gevlogen me in de ogen van veel mensen, die niet eens het geld hebben om door hun eigen land te reizen, onmetelijk rijk maakt. Zelfs voor een Nederlander is deze reis natuurlijk een luxe, maar dat weten ze hier dan weer niet.

In winkels, zeker de meer toeristische, zijn er vaak twee prijsklassen; de lokale prijs en de mzungu prijs. Een ritje op een kameel, hier op het strand; 100 ksh voor een Keniaan, 600 ksh voor een mzungu. Je begrijpt dat ik dan ook niet zelf de boodschappen doe hier, maar dat overlaat aan mijn gastheer, die daarbij ook nog eens heel goed is in afdingen. Bij het onderhandelen over de prijs van de taxi blijf ik even uit zicht totdat de ritprijs is vastgesteld en dan pas stap ik in. Wordt overigens niet altijd op prijs gesteld door de chauffeur, maar dat is mijn probleem niet.

Soms zie je hier knappe jonge Keniaanse meisjes met een heer op leeftijd hand in hand over het strand of aan de bar zitten. Ook Europese dames op leeftijd zullen hier geen probleem hebben bij het vinden van een loverboy die gemakkelijk hun zoon had kunnen zijn. Doel is natuurlijk het zoveel mogelijk ‘uitpersen’ van de mzungu en wellicht zelfs een mogelijkheid om naar het westen te komen. Het maakt mij bij elke ontmoeting enigszins wantrouwend. Is de persoon in kwestie echt geïnteresseerd of gaat het puur en alleen om het potentiële gewin? Mijn mensen kennis en intuïtie worden hier behoorlijk op de proef gesteld.

De 400 euro die ik van vrienden, familie en zelfs leerlingen, meekreeg om hier in Kenya aan een goed doel te besteden had ik al honderd keer uit kunnen geven. Bijvoorbeeld aan John, de ‘halfbroer’ van Charles mijn gastheer. John verloor zijn ouders op jonge leeftijd en werd toen in huis genomen door de ouders van Charles. Toen ook de vader van Charles kwam te overlijden en de familie in armoede verviel moest John noodgedwongen de middelbare school tijdens het eindexamen verlaten en aan het werk, om voor hemzelf en zijn broer eten op de plank te krijgen. Tegen betaling van 10.000 ksh (€ 100) zou hij zijn diploma kunnen ophalen dat al tien jaar op hem ligt te wachten. In die tien jaar heeft hij het hoofd boven water gehouden door vers fruitsap op straat te verkopen. Zes dagen per week van ’s ochtends half zes tot ’s avonds een uur of zeven staat hij met een kraampje tegenover het douane kantoor van Mombasa om daar vers geperst avocado, passievrucht en mangosap te verkopen voor 20 ksh per glas. De vrieskast, blender en alle andere materiaal dat hij daarvoor gebruikt is niet zijn bezit, dus houdt hij er maar een zeer schamel loontje aan over. Met 70.000 ksh/ € 700 zou hij een diepvrieskist, blender en stal met glazen en parasol kunnen kopen en voor zichzelf beginnen. Die eerste 10.000 ksh zouden natuurlijk meteen naar de school gaan waar zijn diploma nog ligt te wachten.

Of neem Charles, mijn gastheer, uit een middenklasse familie met zes kinderen. Moeder begin 40, geen noemenswaardige opleiding. Hij is de oudste zoon. Toen zijn vader enige jaren geleden overleed bleek het bedrijf waar hij werkte geen nabestaanden pensioen aan de moeder met zes kinderen uit te keren. De nieuwe eigenaren van het bedrijf achten zich niet aansprakelijk voor ‘oude’ afspraken. Gevolg was dat Charles voortijdig moest stoppen met’college’(HBO) en gelukkig het werk van zijn vader kon overnemen, echter tegen een veel lager loon (15.000 ksh per maand) omdat hij geen diploma heeft en nog relatief jong is. Van die € 150 moet hij zichzelf, zijn moeder en zijn jongste broer en zus onderhouden. Daarnaast probeert hij naast zijn zes daagse werkweek nog in de avond uren bij te studeren. Toen hier in huis de koelkast het begaf hebben ze maar besloten om het verder zonder te stellen. In de klamme hitte van Mombasa is dat geen pretje kan ik je uit eigen ervaring vertellen. Laat staan dat het bewaren van vers voedsel ronduit gevaarlijk is zonder koelkast. Een nieuwe kost zo’n €200, meer dan een maandinkomen dus.

De 400 euro gaat echter naar de familie van Violet en Moses in Dunga. Grootmoeder die voor 10 kleinkinderen moet zorgen en alleen nog haar jongste zoon en dochter heeft kan zich zelfs geen matrassen voor de kinderen veroorloven, vaak niet eens een fatsoenlijke maaltijd. Amos, haar jongste zoon, heeft dankzij een gulle gift uit Nederland afgelopen december zijn boot timmerman opleiding af kunnen maken en mijn plan is nu om hem het geld te ‘lenen’ om voor zich zelf te kunnen beginnen. Gereedschap e.d. Wanneer hij eenmaal voldoende geld verdiend kan hij de renteloze lening terug betalen aan de stichting die in Dunga voor de allerarmste kinderen zorgt door midddel van een ‘sponsor’ project. Zo wordt het geld twee maal nuttig gebruikt.

Wanneer je het een beetje verstandig aanpakt kun je hier met weinig geld ontzettend veel voor elkaar krijgen. Een eenvoudige ‘lening’ kan iemands toekomst er opeens heel anders uit laten zien en daarmee die van zijn gehele familie. Het sponsoren van één kind kan positieve impact hebben op de hele gemeenschap. Vaak wordt er in Nederland geklaagd over de inefficiënte inzet van ontwikkelingsgeld of de ‘lijmstok’ van NGO’s. Ik zie hier in Kenya de positieve gevolgen van die hulp. Natuurlijk is het niet goed wanneer ontwikkelingslanden zich afhankelijk maken van donorlanden. Natuurlijk zal er door inefficiëntie geld verdwijnen. Natuurlijk blijken niet alle ‘goede bedoelingen’ook goed uit te werken. Maar daar waar het wel lukt zijn de resultaten enorm en maken ze voor de bevolking soms het verschil tussen wanhoop en hoop.

Morgen vlieg ik dan eindelijk naar Kisumu. Om daar onder andere mijn ‘leen’ plan met John Raburu, die het sponsorprogramma ter plaatse leidt, te bespreken. Drie extra dagen in Mombasa waren blijkbaar even nodig om tot enige reflectie te komen, zo halverwege mijn verblijf. Ik verheug me erop om Moses, Violet en de familie daar weer te zien en ik verheug me ook op het gezicht van Charles als straks die nieuwe koelkast arriveert. Want na drie weken gastvrijheid is dat toch wel het minste wat ik kan doen als dank. En over John moeten we het nog maar eens hebben.

woensdag, januari 5

De Grote Plaag

Van de continenten is Afrika en dan vooral Sub-Sahara Afrika wellicht het zwaarst getroffen door de HIV/AIDS pandemie. Net als de pest in de veertiende eeuw in Europa, waarbij één derde van de Europeanen stierf, heeft deze nieuwe plaag een enorme impact op de samenleving. Juist de economisch meest productieve en voor het familieleven hier meest essentiële groep tussen de 20 en 40 jaar is het meest geïnfecteerd. In sommige gebieden is er zelfs sprake van een percentage van meer dan 50%. Hoe komt dat en waarom wordt er zo laat, zo weinig aan gedaan? Ik hoor, lees en praat er veel over nu ik hier in Kenya ben en kom er achter dat het een ingewikkeld probleem is.

Allereerst is er het probleem van de armoede. Veel mensen hebben geen geld voor voorbehoedsmiddelen of medicijnen. Zelfs niet wanneer die heel goedkoop worden aangeboden. Condooms zijn gelukkig sinds kort gratis. Maar HIV remmers (cocktails als AZT)waren hier tot voor kort onbetaalbaar. Maar armoede is ook in een aantal andere opzichten een oorzaak van AIDS. Door de slechte voeding en hygiënische omstandigheden waarin veel mensen leven is hun gezondheid en daarmee weerstand sowieso al slecht. Daardoor zijn ze kwetsbaar voor infecties als HIV en wanneer ze eenmaal zijn geïnfecteerd worden ze sneller ziek en hebben minder kans op overleven, ook wanneer medicijnen worden toegediend.

Armoede is ook de reden waarom veel meisjes, vrouwen en soms ook jongens zich hier prostitueren. Honger en wanhoop maakt de weg naar korte termijn oplossingen als prostitutie makkelijker. Klanten willen vaak onbeschermd vrijen en hebben daar geld voor over, en dus.......

Seks is voor veel mensen hier een van de weinige uitlaatkleppen die ze hebben. Mannen en vrouwen zijn overal en dus hoef je geen geld te hebben of veel moeite te doen om seks te hebben. Ondanks het feit dat veel mensen hier heel religieus zijn en er ogenschijnlijk een vrij preutse mentaliteit heerst, is de algemene houding tegenover seksualiteit in de ogen van veel westerlingen nogal vrij.

De positie van vrouwen en meisjes is over het algemeen slecht in Kenya. Ze worden niet voor vol aangezien en in een aantal stammenculturen zijn ze volledig overgeleverd aan de wil van de echtgenoot, vader en/of broers. Gedwongen huwelijken, gedwongen seks, verkrachting en mishandeling zijn een groot probleem. Het maakt vrouwen kwetsbaar. ‘Nee’ zeggen tegen onbeschermde seks is vaak onmogelijk voor ze.

En dan is er natuurlijk de traditie. Of liever tradities. De 42 stammen die Kenya rijk is hebben ieder zo hun eigen tradities. Zo kennen een aantal stammen de rituele besnijdenis van zowel jongens als meisjes (Masai, Kikuyu, Somali, Kalinjin). Vooral de besnijdenis van meisjes maakt ze kwetsbaar voor infectie. Niet alleen omdat het vaak onder zeer onhygiënische omstandigheden gebeurd maar ook omdat direct na de besnijdenis vaak een gearrangeerd huwelijk volgt, vaak met een veel oudere(=rijke) man en dat huwelijk ‘geconsumeerd’ dient te worden. Daarnaast is er de traditie van polygamie en overerving van vrouwen. Met name de Luo, een landbouwers en vissers volk in het westen van het land zijn mede daardoor zwaar getroffen door de HIV epidemie. Wanneer een man sterft, door AIDS, erven zijn broers de (besmette) vrouwen. Hierdoor weet het virus zich in korte tijd te verspreiden onder een grote groep mensen. Hele families zijn daardoor al min of meer uitgestorven.

Eerst werd AIDS gezien als een westers importproduct. Toen als iets voor prostituees, junkies en homo’s. Het taboe was ondertussen al zo groot geworden dat, toen eenmaal doordrong dat het HIV virus zich in Afrika vooral via reguliere hetero seks verspreidde, voorlichters en overheid de grootste moeite hadden om een goede campagne op te zetten. De verschillende conservatieve kerken in Oost Afrika hielpen natuurlijk ook niet erg mee om het gebruik van condooms te stimuleren en ook nu nog wordt onthouding (chill!) als de beste bescherming gepropageerd.

De ontwikkelingen op medisch gebied zijn gelukkig hoopgevend. Goedkopere, effectievere medicijnen komen beschikbaar. Steeds meer wordt duidelijk hoe het virus zich verspreidt en hoe dat te voorkomen. Ook worden zaken als het gebruik van geitenmelk, om de algemene weerstand van HIV geïnfecteerde te vergroten, gepropageerd. Maar voor veel, heel veel Afrikanen is het al te laat. Zij zijn niet meer of zullen ons binnenkort verlaten. Waarmee dit land, dit werelddeel wordt opgezadeld met een nieuw probleem; wat te doen met al die wezen en oude van dagen die het zonder ouders en verzorgende kinderen moeten stellen. Ten zuiden van Mombasa staan een groot aantal, vaak met westers geld gebouwde weeshuizen. Ouderen moeten nu vaak hun kostje bij elkaar scharrelen door wat klusjes te doen of te bedelen.

Het zal nog wel een aantal generaties duren voordat de negatieve effecten van deze epidemie voorbij zijn. Europa kende zijn renaissance na de pest. Misschien beleeft Afrika zijn renaissance in de 21ste eeuw.

Welkom in Afrika

Reizen in Kenya heeft zo zijn eigenaardigheden. Vandaag had ik een vlucht naar Nairobi met een aansluitende vlucht naar Kisumu geboekt. Binnenlandse vluchten had ik hier eerder gemaakt dus ik ging er van uit dat een half uur voor vertrek aanwezig moest zijn. Verkeerd gedacht. Mijn stoel was al vergeven. Eerst dacht ik dat het aan mij lag, had ik maar eerder moeten komen. Maar de taxichauffeur die me terug bracht naar m’n logeeradres in Likoni vertelde me dat vandaag de president van Kenya; Mwai Kibaki en zijn gevolg na een ‘welverdiende vakantie’ in Mombasa terug reisden naar Nairobi. Kibaki in zijn presidentiële jet en zijn gevolg in de commerciële vliegtuigen die dagelijks tussen Mombasa en Nairobi heen en weer vliegen. Jammer voor de minimaal 10 passagiers die niet ruim op tijd op het vliegveld waren; de plaatsen waren al vergeven aan de dames en heren politici.Ach, wat er van waar is, ik weet het niet. Misschien zijn de mensen hier zo gewend aan wangedrag van politici dat die van alle tegenslag de schuld krijgen. Een familie met twee jonge kinderen uit Nairobi, op weg naar huis, vertelde me dat ze wel degelijk ruim op tijd aanwezig waren, maar evengoed geen stoel meer kregen. Ze leken er heel gelaten onder te blijven. Aangezien de eerste mogelijkheid voor een gecombineerde vlucht op vrijdag is ben ik dus ‘gedwongen’ om nog drie dagen in Mombasa te blijven. Geen ramp, want ik begin het hier erg comfortabel te vinden.

Elke avond kijken we hier eerst naar het ‘seven o’clock habari’, het zeven uur nieuws in kiswahili en om negen uur naar het nieuws in engels. Hier volgen een paar smeuïge items. Een markt in Nairobi is op last van de overheid voor zes dagen ontruimt en schoongemaakt. Er werden meer dan 60.000 ratten gevonden (hoe tellen ze die?), de hygiënische omstandigheden waren onbeschrijfelijk. Maatregelen zijn aangekondigd.

Doordat het openbaar basisonderwijs sinds enige tijd gratis is, is de toevloed van nieuwe leerlingen zo groot dat sommige scholen het niet meer aan kunnen. Er zijn klassen gerapporteerd van over honderd leerlingen. Het ministerie ontkent dat er een probleem zou zijn.

Een ouderpaar doet een oproep tijdens het nieuws om hun pasgeboren baby terug te vinden. Toen moeder uit het ziekenhuis kwam met haar baby werd het kind na een tijdje ziek. Diagnose AIDS. Beide ouders zijn echter HIV negatief. Dus dat kind kan niet van hen zijn.

De president heeft geweigerd de nieuwe wet te ondertekenen die iedere Keniaan een basis ziektekostenverzekering van 3000 Ksh. (€30) per jaar zal geven. De reden is dat, ook al heeft iedereen een basisverzekering, er onvoldoende voorzieningen zijn, zodat het geld beter besteed kan worden aan het uitbreiden van de gezondheidsvoorzieningen. Hoe dat zal worden gedaan is echter nog niet bekend.

Het leven hier is hard. Primair onderwijs is dan wel gratis, maar vaak van zeer slechte kwaliteit en vaak niet bereikbaar voor de bevolking op het platteland. Kinderen gaan naar ‘primary school’ vanaf hun zesde tot hun 14de, acht klassen dus. Het onderwijs is meestal in het Kiswahili. Daarna is er de ‘secondary school’, engelstalig. Die kost tussen 15.000Ksh/ €150 (openbare school) tot 200.000 Ksh/ € 2000 (privé school). Voor veel ouders is zelfs de goedkoopste school soms nog te duur. Het gemiddelde inkomen in Kenya is 30.000 Ksh (€300) per maand maar families in de sloppenwijken hebben vaak maar 50ksh/ €0,50 per dag te spenderen. Veel kinderen krijgen dus onvoldoende onderwijs en blijven mede daardoor onder aan de maatschappelijke ladder steken.

‘Iedereen voor zich en god voor ons allen’ is vaak de mentaliteit hier. Binnen de familie en de ‘tribe’is de solidariteit vaak heel groot. Trouw je in hier met iemand, dan trouw je met de hele familie. Heel wat mzungu’s (westerlingen) die verliefd werden op een Keniaan(se) zullen je daar nog leuke verhalen over kunnen vertellen. Maar voor de ellende van landgenoten die niet tot de directe kring van familie of stam behoren hebben de meeste mensen niet zo’n belangstelling. Dat verklaart deels de ‘harde’ of schijnbaar onverschillige houding ten opzichte van de ellende van anderen die men hier vaak aanneemt. Als ‘softe’ Nederlander moet ik daar erg aan wennen. Maar wennen doet het wel. Je wordt steeds harder. Na het zoveelste bedelende kind doe je niet meer zo je best om ergens 10 Ksh uit je broekzak te vissen. Na het ‘tigste’ hartverscheurende verhaal over de financiële problemen van iemand die je aanschiet op het strand of op de veerboot ga je onwillekeurig wat verveelt voor je uit staren. Kortom; zelfs ellende went.

Toch zijn er ook heel veel hoopvolle zaken op te noemen in dit deel van de wereld. De overheid lijkt bijvoorbeeld zijn greep op de regulering van het krankzinnige verkeer te versterken. 3000 doden per jaar op die paar schamele autowegen en terwijl bijna niemand een auto heeft is toch wat je noemt ‘krankzinnig’. 72% van het openbaar vervoer in Kenya wordt verzorgt door zogenaamde matatus. Kleine busjes die officieel 14 passagiers mogen vervoeren en niet harder mogen rijden dan 80 km per uur en daarnaast over een aantal basis veiligheidsvoorzieningen moeten beschikken zoals veiligheidsriemen, EHBO kit, gevarendriehoek, snelheidsbegrenzer en een brandblusser. Op 1 januari 2005 moesten alle 40.000 matatu’s over deze zaken beschikken. Ruimschoots aangekondigd en gecommuniceerd door de overheid bleken er afgelopen maandag tijdens de avondspits een heleboel matatus alsnog niet aan de eisen te voldoen en dientengevolge van de straat te zijn gehaald. Gevolg; chaos! Maar de boodschap is duidelijk; met de minister van transport valt niet meer te spotten!

Ook de anti HIV/AIDS campagne is hier nu echt goed op gang gekomen. Hiphop sterren zingen over hoe ‘cool’ het is om een condoom te gebruiken en overal zijn Voluntary Counseling & Testing (VCT) centra, waar men zich gratis kan laten testen en waar men goede informatie en condooms kan krijgen. Dankzij westerse donaties zijn er goede en goedkope muskieten netten (malaria!) te koop en water ontsmettingsmiddelen (diarhee!).

Europa en de VS zijn voor vele Kenianen en wellicht met hen vele anderen in de wereld, de grote voorbeelden. Kenianen willen eigenlijk niet horen dat er in Europa of de VS ook de nodige problemen zijn, armoede en corruptie. Wanneer ik ze hier vertel over de idiote containerhaven in Amsterdam die met veel belastinggeld is aangelegd en tot nu nog nauwelijks een schip heeft gezien, lachen ze eerst heel hartelijk om er vervolgens minstens drie lokale horrorstory’s van hetzelfde kaliber of erger tegenover te stellen.

Van de westerse mentaliteit lijken de meeste mensen hier echter weer niet zoveel te begrijpen. Ons ongeduld, het eeuwige ‘plannen’, afspraak is afspraak en onze vaak ‘torenhoge’ ambitie zijn voor de gemiddelde Keniaan vreemd gebied. Mensen leven hier van de hand in de mond en ‘plannen’ betekend hier dat je rustig drie uur te laat op een afspraak komt of zelfs helemaal niet, zonder dat iemand zich daarover lijkt op te winden. Aangezien deze samenleving ook een overschot aan mensen en een tekort aan werk heeft, is de bureaucratie en daarbij de inefficiëntie van veel zaken soms irriterend voor een westerling. Een Keniaan stoort zich daar echter een stuk minder aan. Dat hoort nu eenmaal bij het dagelijks leven. Net als de ‘chai’ (=thee) die ambtenaren en andere dienstverleners soms verlangen om zaken wat gesmeerder te laten verlopen. Een goed verstaander weet dan dat er wat shillingen moeten worden geschoven. Kenya staat in de wereld corruptie top tien.

Ik zou hier best kunnen leven. Veel heb je niet nodig en vrienden maken is hier gemakkelijk. Wanneer je eenmaal door de barrière van cultuur en welvaartsverschil heen bent, zijn de mensen heel hartelijk en min of meer ‘open’. Echt het achterste van hun tong laten zien is er niet bij. Dat doet een Oost-Afrikaan nu eenmaal niet. Laat staan dat ze emoties tonen....... no way! Jouw individuele gevoel of mening is nu eenmaal altijd ondergeschikt aan de gemeenschap, familie of tribe. Jonge mensen verzetten zich daar wel meer en meer tegen. Zeker hier in een grote stad als Mombasa. Je ziet dan ook jongeren die een heel individuele manier van kleden of gedrag hebben. Variërend van de hiphop scène tot de min of meer ‘ondergrondse’ homoscène. Maar het is wel een kleine minderheid die zich dat kan veroorloven. Voor de meeste bewoners van dit prachtige land is zelfontplooiing een onbereikbaar, onbetaalbaar en onbekend begrip.